Zeven op de tien Belgen hebben een afwijking van hun gezichtsscherpte, zo verklaren zij in een brede enquête van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE). Bij de 65-plussers stijgt dit cijfer zelfs tot 95%. Toch zegt de grote meerderheid van de ondervraagden dat ze, eventueel met bril of lenzen, eigenlijk een goed tot zeer goed zicht hebben. De bril wordt het meest gebruikt (95%). Iets meer dan één op de tien mensen met verminderd zicht draagt contactlenzen, vaak afgewisseld met een bril. Corrigerende oogchirurgie is niet erg ingeburgerd (2,5%), en wordt eerder beschouwd als een luxeingreep. Eén op de 20 mensen, die zegt een stoornis van de gezichtsscherpte te hebben, raadpleegde nooit een oogarts of opticien. Velen zijn ook niet goed op de hoogte van de aard van hun gezichtsprobleem, en de mogelijke oplossingen. De meeste geïnterviewden vonden bril en contactlenzen duur. Ze zijn van mening dat iedereen een bril of contactlenzen moet kunnen kopen, en dat daarom een gedeeltelijke terugbetaling verantwoord is, zeker voor de ernstigere afwijkingen. Dit najaar publiceert het KCE een vervolgstudie over de veiligheid en werkzaamheid van zichtcorrigerende oogchirurgie.