BVAS-persbericht: Niet-ziekenhuisartsen onder administratieve pletwals

4 juli 2013

De Belgische Vereniging van Artsensyndicaten (BVAS) heeft in een brief aan de administrateur-generaal van het RIZIV, de heer Jo De Cock, haar bezorgdheid geuit over een aantal bepalingen in een wetsvoorontwerp over financiële transparantie in het kader van een Europese richtlijn over patiëntenrechten. In de ambulante sector zou het volgens die bepalingen niet-geconventioneerde artsen voortaan verboden zijn om voorschotten te vragen en mogen sommige specialisten geen vrije honoraria meer aanrekenen. Bovendien zou de administratieve werklast van de artsen significant toenemen, ten koste van het klinische werk en zonder enige vergoeding.

De Belgische Vereniging van Artsensyndicaten (BVAS) heeft in een brief aan de administrateur-generaal van het RIZIV, de heer Jo De Cock, haar bezorgdheid geuit over een aantal bepalingen in een wetsvoorontwerp over financiële transparantie in het kader van een Europese richtlijn over patiëntenrechten. In de ambulante sector zou het volgens die bepalingen niet-geconventioneerde artsen voortaan verboden zijn om voorschotten te vragen en mogen sommige specialisten geen vrije honoraria meer aanrekenen. Bovendien zou de administratieve werklast van de artsen significant toenemen, ten koste van het klinische werk en zonder enige vergoeding.

 

Om de Europese richtlijn 2011/24/UE over o.a. de financiële transparantie in het kader van de patiëntenrechten in een Belgische wet te gieten, heeft de Overheid een wetsontwerp opgemaakt. De BVAS kan zich perfect terugvinden in het principe van financiële transparantie naar de patiënt toe, maar stelt vast dat deze EU richtlijn in België misbruikt wordt om onverantwoord veel informatie aan de mutualiteiten door te spelen en om sommige artsen te discrimineren.

 

Zo zou het niet-geconventioneerde (tand-)artsen die buiten een ziekenhuis werken voortaan verboden zijn om een voorschot voor een ingreep of behandeling te vragen. Niet komen opdagen voor een ingreep bijvoorbeeld zou dus voor de rekening van de arts zijn, want een lege behandelkamer en werkloos personeel kosten ook geld. Verder zouden in de ambulante sector patholoog-anatomen, klinisch biologen en genetici geen vrije honoraria meer mogen aanrekenen. Dergelijke discriminatie is onaanvaardbaar voor de BVAS.

 

Tot slot merkt de BVAS op dat de concrete uitwerking van die Europese richtlijn volgens het wetsontwerp een enorme bijkomende administratieve werklast voor alle artsen zou betekenen. Elke bijkomende administratie gaat immers ten koste van het klinische werk waarvoor een arts is opgeleid en creëert een bijkomende kost. De wet voorziet er geen vergoeding voor.

 

Als bijlage vindt u de integrale brief van de BVAS aan de heer Jo De Cock, administrateur – generaal van het RIZIV en het desbetreffende wetsontwerp.

 

De brief aan de heer Jo Cock kan u hier lezen.

Voor het wetsontwerp, klik hier.

 

Dr. Roland Lemye                                                           

Voorzitter BVAS

 

Voor meer informatie over dit persbericht:

David Desmet, communicatieverantwoordelijke BVAS, attaché van de voorzitter

david.desmet@absym-bvas.be, 0491/233.000

Over BVAS

Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.

De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.

Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.