Verloning artsen-specialisten in opleiding

Je krijgt een billijke vergoeding uitgekeerd, overeenkomstig het KB van 21 april 1983 (art. 34) met betrekking tot de “vaststelling van de nadere regeling voor de erkenning van geneesheren-specialisten en van huisartsen”. Onder billijke vergoeding verstaat men het basisloon en het aanvullend loon (ingeval van opting-out) zoals bedoeld in art. 7§2 van de wet van 12 december 2010 tot vaststelling van de arbeidsduur. 

In de herziene collectieve overeenkomst van 21 december 2023 werden deze vergoedingen geconcretiseerd en minimumbedragen vastgelegd. De billijke vergoeding wordt betaald door uw stagemeester of door uw ziekenhuis waarin u uw stage verricht. De minimumbedragen voor het maandelijks basisloon van de arts-specialist in opleiding worden jaarlijks geïndexeerd. De index is voor het jaar 2024 op 6,05% bepaald.

Sedert 1 januari 2024 zijn volgende bedragen van toepassing:

Opleidingsjaar Minimum maandloon (48h)

1

€ 3.597,01
2 € 3.712,59
3 € 3.857,08
4 € 4.001,57
5 € 4.174,96
6 e.v.  € 4.348,35

 

Bijkomende vergoedingen naast het brutomaandloon vindt u hieronder opgelijst. 

Opt-out uren

De basisverloning dient gegarandeerd te worden voor een werkweek van 48u (zonder rekening te houden met de opt-out). Op basis van een apart, schriftelijk en individueel akkoord kunnen maximum 12 uren bijkomende arbeidstijd per week worden gepresteerd, bijvoorbeeld om de wachtdienst te verzekeren. Hiervoor is in een aanvullend loon, bovenop het basisloon, voorzien. Indien u de extra arbeidstijd weigert, mag dat niet in uw nadeel spelen. 

De lonen die betrekking hebben op arbeidsprestaties die de weekgrens van 60 uur overschrijden worden maandelijks uitbetaald. Prestaties boven de 60 uur per week gepresteerd na het afsluiten van de payroll van een gegeven maand worden uitbetaald met het loon van de daaropvolgende maand.

De lonen die betrekking hebben op arbeidsprestaties die de weekgrens van 48 uur overschrijden zonder de maximumgrens van 60 u te overschrijden worden op het einde van het trimester uitbetaald waarbij de effectief gerealiseerde periode van inhaalrust over een periode van 13 weken in mindering wordt gebracht.

De opt-out uren die u tijdens deze periode presteert, worden vergoed voor minimaal 110% van het minimale basisloon per uur. Deze vergoeding kan bovendien worden gecumuleerd met een vergoeding voor prestaties uitgevoerd op oncomfortabele uren.

Oncomfortabele uren

In de vergoeding wordt bijkomend een onderscheid gemaakt tussen comfortabele uren en oncomfortabele uren:

  • Comfortabele uren zijn uren die gepresteerd worden tijdens de werkweek (maandag t.e.m. vrijdag) van 8u ‘s morgens tot en met 20u ‘s avonds.
  • Oncomfortabele uren zijn uren die gepresteerd worden tijdens de werkweek van 20u ‘s avonds tot en met 8u ‘s morgens of in het weekend of op een wettelijke feestdag. Voor deze uren ontvangt u een hogere vergoeding.

Het minimale loon voor de zogenaamde "oncomfortabele" uren is gelijk aan 135% van het minimale basisloon per uur op weekdagen en zaterdagen.
De arbeidsduur op zondagen en feestdagen wordt vergoed met 160% van het minimale basisloon per uur.

Vergoedingen voor oproepbare wachten

Extramurale wachtdiensten waarbij van u niet wordt verwacht dat u zich binnen de 20 minuten ter plaatse in het ziekenhuis begeeft, worden beschouwd als oproepbare wachten. Gepresteerde arbeidstijd in het ziekenhuis tijdens de periode van een oproepbare wachtdienst wordt vergoed als arbeidstijd. De overige uren, namelijk de wachturen die u van op afstand kan presteren, komen niet in aanmerking bij de berekening van de arbeidstijd en geven aanleiding tot een vergoeding waarvan het minimumbedrag wordt vastgesteld door deze overeenkomst.

Prestaties tijdens een oproepbare wacht worden uitbetaald als er een voorafgaand akkoord is en als er een documentatie is van de prestatie door een notitie in het (elektronisch) medisch dossier.

Onkostenvergoeding

Maandelijks ontvangt u een onkostenvergoeding van € 150. Deze vergoeding dekt onder meer de kosten die betrekking hebben op verplaatsingen, telefonie en telematica.

Voor wat betreft de onkosten die u maakt als aso, nog een belangrijke tip. Als werknemer (ASO) heeft u de keuze om de beroepskosten te bewijzen of om het kostenforfait toe te passen. Om te genieten van het wettelijk forfait moet u niets aangeven in de belastingaangifte. De fiscale aftrek van het forfait gebeurt dan automatisch. Wilt u de werkelijke beroepskosten inbrengen, dan is het noodzakelijk om goed al uw bewijsstukken, kwitanties en facturen te bewaren.

Budget voor wetenschappelijke activiteiten

Wetenschappelijke activiteiten (zoals publicatiekosten, congressen, vaardigheidscursussen) worden vergoed op basis van bewezen reële kosten in onderlinge overeenstemming tussen uw stagemeester en u, of maken het voorwerp uit van een specifiek budget. De afspraken en de bedragen inzake de vergoeding voor wetenschappelijke activiteiten moeten uitdrukkelijk worden vermeld in de opleidingsovereenkomst.

Op basis van de door u geregistreerde arbeidstijden krijgt u een berekening van de verschuldigde vergoedingen. Minstens éénmaal per trimester wordt de registratie van de arbeidstijd en berekening van de vergoedingen aan u overgemaakt.

Vakantiedagen

Vakantiedagen die bij het einde van een stageperiode bij de werkgever niet konden worden opgenomen, worden uitbetaald met de laatste vergoeding die deze werkgever uitbetaalt. Het aantal verlofdagen van een ASO wordt pro rato toegekend volgens de duurtijd van de stageperiode in een ziekenhuis binnen het kalenderjaar. De partijen erkennen dat er een recht en een plicht bestaat om verlof te nemen.

Artsen specialisten in opleiding hebben recht op 22 vakantiedagen.

Anciënniteit van de ASO

De jaren gedurende dewelke ASO’s een wetenschappelijk traject volgen in het kader van een erkend stageplan, worden volledig in aanmerking genomen voor de berekening van het basisloon. De baremieke aanpassingen worden toegepast sinds het academiejaar 2023-2024.