Hervorming nomenclatuur

De hervorming van de nomenclatuur is een project dat al geruime tijd op de politieke agenda staat en in drie fasen verloopt. De Technisch Geneeskundige Raad van het RIZIV, met dr. Bart Dehaes (foto) als voorzitter, blijft intussen haar taken voortzetten. De nomenclatuur wordt voortdurend aangepast.

Image
Bart Dehaes

De drie fasen zijn als volgt gepland:  

Fase 1: herstructurering en aanpassing van de omschrijving van de verstrekkingen (2020-2021);

Fase 2: vaststelling van de onderlinge verhouding tussen de verschillende verstrekkingen op basis van objectieve criteria (2022-2023);

Fase 3: evalueren van de werkingskosten noodzakelijk voor de uitvoering van de medische verstrekkingen (2021-2025).

De hervorming van de nomenclatuur werd aanvankelijk ondersteund door drie wetenschappelijke teams:

(1) Een team van de ULB onder leiding van de professoren Pirson en Leclercq, belast met technische medisch-chirurgische verstrekkingen;

(2) Een team van Möbius belast met geautomatiseerde en geassimileerde medisch-technische akten;

(3) Een team van de UGent onder leiding van professor Annemans, belast met raadplegingen en geassimileerde akten. Na afloop van fase I werden de werkzaamheden van het team Annemans overgenomen door de twee andere teams. Het team van de ULB werd ook uitgebreid met experten van de KU Leuven.

Het akkoord artsen-ziekenfondsen voor 2021 omschrijft het belang van dit grootscheepse project als volgt: “Deze hervorming is cruciaal in het kader van de hervorming van de ziekenhuisfinanciering maar ook met het oog op het corrigeren van onredelijke inkomensverschillen tussen huisartsen en specialisten en tussen artsen-specialisten onderling. Een aanpassing van de nomenclatuur aan de nieuwe modellen van zorgverlening (telegeneeskunde, multidisciplinaire zorg,…) is broodnodig.” [1]

Fase 1a, het in kaart brengen van de huidige problemen met de nomenclatuur, werd zoals gepland eind mei afgerond.

Fase 1b, het herschrijven en internationaal standaardiseren van de bestaande nomenclatuur waarbij tegelijk ook  werd nagegaan of een opsplitsing in een technisch en intellectueel honorarium mogelijk zou zijn, werd met uitzondering van enkele disciplines en de raadplegingen ook afgerond tegen het einde van 2021.

Op vraag van de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen werd in 2021 parallel van start gegaan met de volgende fasen. De NCAZ besliste verder dat vanaf 2022 specifiek aandacht zou worden besteed aan drie sectoren: klinische biologie, medische beeldvorming en nucleaire geneeskunde, deze opdracht werd toevertrouwd aan profesor Johan Kips van het kabinet Vandenbroucke:

“De NCAZ wenst dat hierbij door alle betrokken stakeholders snel stappen worden gezet om, binnen de honoraria van alle artsen, het gedeelte “medisch honorarium bestemd om alle kosten die direct of indirect verbonden zijn aan de uitvoering van de medische verstrekkingen en die niet gedekt worden door andere bronnen” op een transparante en gestandaardiseerde manier te onderscheiden van het gedeelte “honorarium bestemd om de verstrekking van de arts te dekken”. Deze aanpassing kan niet losgezien worden van de hervorming van de ziekenhuisfinanciering.”  [1]

De Technisch Geneeskundige Raad van het RIZIV, met dr. Bart Dehaes (BVAS) als voorzitter, blijft intussen haar taken voortzetten. De nomenclatuur wordt voortdurend aangepast, rekening houdende met de werkzaamheden van de twee wetenschappelijke teams om tegenstrijdige aanpassingen te vermijden.

 

Recente wijzigingen

Alle wijzigingen betreffende de verstrekkingen van de nomenclatuur, de toepassingsregels, de honoraria en de interpretatieregels vindt u hier terug.