Connexiteit bij neuropediaters i.k.v. de pediatrische maagsonde

Deze rubriek is enkel een hulpmiddel en vervangt niet de authentieke teksten die aan de basis liggen van deze gegevens, in het bijzonder de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 en de opeenvolgende wijzigingen hiervan zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, de desbetreffende omzendbrieven aan de verzekeringsinstellingen en aan de zorgverleners en de instructies via magnetische drager.

Vanaf 1 november 2025 kan de arts-specialist in de neurologie, houder van de bijzondere beroepstitel in de pediatrische neurologie, eveneens de plaatsing van een maagsonde (474250-474261) en de intraveneuze perfusie (474294-474305) bij een kind jonger dan 7 jaar aanrekenen. 

Art. 20 d) - Pediatrie
Art. 20 §§ 2 e.v.
Art. 25 Toezichtshonorarium

Om bepaalde pediatrische verstrekkingen te kunnen attesteren, hebben neurologen, die houders zijn van een bijzondere beroepstitel in de pediatrische neurologie, gevraagd connexiteitsregels vast te leggen. 

In het kader van deze wijziging van artikel 20 stelt men ook vast dat het medisch gezien niet meer logisch is om een onderscheid te maken tussen een maagsonde en een duodenumsonde. Bovendien wordt de verstrekking 474250-474261 (plaatsen van een maagsonde bij kinderen jonger dan 7 jaar) soms gebruikt als vergoeding voor de toediening van sondevoeding bij een kind, ongeacht interpretatieregel 5 van artikel 20 d) welke overigens niet duidelijk genoeg is. Ook deze interpretatieregel wordt dus gewijzigd.