Wat verandert op 1 januari 2017?

24 december 2016

Binnenkort nemen we afscheid van een turbulent 2016 en beginnen we een nieuw jaar. We wensen u en uw familie alvast prettige feestdagen en een gelukkig Nieuwjaar toe!2017 kondigt zich nu reeds aan als een jaar met veel veranderingen en hervormingen. Als lid ontvangt u uiteraard alle informatie uit eerste hand.

***
Administratie

1. Nieuwe getuigschriften voor verstrekte hulp

 

Vanaf 1 januari 2017 is enkel het gebruik van de nieuwe getuigschriften toegestaan. De huidige overgangsperiode waarbij oude getuigschriften voor verstrekte hulp nog kunnen worden gebruikt, eindigt op 31 december 2016.

De oude modellen van getuigschriften die vóór 1 januari 2017 worden opgemaakt, zijn en blijven terugbetaalbaar gedurende 2 jaar (d.i. de verjaringstermijn voor de indiening van de getuigschriften). De ongebruikte oude modellen van getuigschrift voor versterkte hulp mogen in geen geval worden doorverkocht, doorgegeven of teruggestuurd naar MEDATTEST/SPEOS/bpost of het RIZIV. Ze mogen ook niet bij het papierafval worden weggegooid. U moet contact opnemen met uw lokale belastingdienst ten einde het niet-gebruik van de getuigschriften door de plaatselijke controleur te laten vaststellen.
Meer informatie vindt u hier.

 

2. Elektronisch geneesmiddelen voorschrijven

 

Vanaf 1 januari 2017 is het elektronisch geneesmiddelenvoorschrift een rechtsgeldig document. 

Enkel de inhoud van het elektronisch voorschrift telt. De apotheker mag bij het uitvoeren van het elektronisch voorschrift dus geen rekening houden met manuele toevoegingen op het bewijs. 

Na het opstellen van een elektronisch voorschrift, print de voorschrijver met zijn software voortaan een ‘bewijs van elektronisch voorschrift’ af.

De elektronische versie van het voorschrift wordt dus automatisch opgehaald vanuit de Recip-e databank.

De voorschrijver overhandigt dat aan de patiënt die het eigenhandig aan de apotheker bezorgd. De patiënt wordt terugbetaald volgens de geldende wetgeving.

 

2017 wordt een overgangsjaar:

  • Vanaf 1 januari 2018 worden de elektronische voorschriften de regel. Papieren voorschriften blijven uiteraard mogelijk in noodsituaties.
  • Het papieren ‘bewijs van elektronisch voorschrift’ zal ook progressief verdwijnen. Dat zal gebeuren wanneer de apotheker niet meer de barcode zal moeten scannen om het elektronisch voorschrift op te halen, maar in plaats daarvan de eID van de patiënt zal kunnen lezen.
  • Papier zal nog gebruikt kunnen worden als de patiënt dat wenst, maar dan eerder om de patiënt informatie te geven die verstaanbaar is en nuttig voor het correct gebruik van zijn geneesmiddelen (bv. in de vorm van een medicatieschema). 

Maar voor het papieren voorschrift wijzigt niets. Een papieren voorschrift blijft geldig in 2017.


De papieren voorschriften die opgesteld zijn vóór 1 januari 2017 blijven geldig.

Lees de RIZIV-omzendbrief ‘Geldigheidsduur van een geneesmiddelenvoorschrift’.

Meer informatie vindt u hier

 

3. Zes nieuwe meldingsplichtige ziektes

 

Vanaf 1 januari 2017 worden 6 ziektes toegevoegd aan de lijst van meldingsplichtige ziektes. Artsen moeten deze ziektes aan het Vlaams agentschap Zorg en Gezondheid gemeld worden wanneer de aandoening wordt vastgesteld. Ook het Zikavirus is aan de lijst toegevoegd.

Lees verder.

 

***
 

Financiële tegemoetkomingen

1. Sociaal statuut 2017

Naast de reeds gekende voorwaarden om in aanmerking te komen voor het sociaal voordeel van het RIZIV moet u als geconventioneerd arts vanaf 1 januari 2017 ook voldoen aan de zogenaamde minimumactiviteitsdrempel. M.a.w. moet u vanaf het toepassingsjaar 2017 een minimumbedrag aan nomenclatuurverstrekkingen hebben aangerekend aan de verplichte ziekteverzekering. Dit wordt nagegaan aan de hand van uw profielgegevens voor het jaar x-2 (=referentiejaar, x is het toepassingsjaar). Dat minimumbedrag (= activiteitsdrempel) varieert per specialisme. Het moet gaan om prestaties die in de nomenclatuur staan.
Lees verder.

 

Het aanvraagformulier van toepassing voor 2017 zal begin 2017 op www.riziv.be worden gepubliceerd. Tevens ontvangen artsen in opleiding die voor de eerste maal recht hebben op het sociaal statuut, het volledige sociale statuut niet langer pro rata.
Als u voor het toepassingsjaar 2017 volledig bent toegetreden tot het akkoord en u enkel voldoet aan de verlaagde drempelactiviteit, dan heeft u geen recht op het bedrag bij volledige toetreding maar op het bedrag bij gedeeltelijke toetreding. De bedragen van het sociaal statuut voor 2017 zijn: 4.790,23 EUR bij volledige toetreding tot het akkoord en 2.259,67 EUR bij gedeeltelijke toetreding.

Klik hier voor meer informatie.

 

2. Financiële ondersteuning voor huisartsen

 

Binnenkort zal het nieuwe aanvraagformulier voor uw aanvraag van de financiële ondersteuning voor huisartsen beschikbaar zijn op onze website www.vlaamsartsensyndicaat.be.
Intussen kunnen we u reeds meedelen dat het bedrag voor de tussenkomst in de loonkosten van uw praktijkassistent(en) voor 2017 zal worden geïndexeerd naar 6.367,99 EUR, onder voorbehoud van goedkeuring van het decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2017.De tussenkomst voor het medisch telesecretariaat wordt niet aangepast.


3. Geïntegreerde premie voor het gebruik van eHealthdiensten


Om in aanmerking te komen voor de nieuwe telematicapremie of de geïntegreerde premie voorzien ter ondersteuning van de praktijk en van het gebruik van eHealthdiensten zal de premie in 2017 bedragen:

  • € 3.400 als u in 2017 4 van de 6 parameters realiseert;

  • € 4.550 als u in 2017 6 parameters realiseert.

Let wel: de drempelwaarden voor het premiejaar 2017 moeten nog worden vastgelegd.

Erkende huisartsen die enkel voldoen aan de huidige voorwaarden van de praktijktoelage en geen 4 parameters realiseren, hebben in 2017 nog recht op een basispraktijktoelage van € 1.500. Huisartsen die gedurende het premiejaar in opleiding zijn en HAIO's, moeten enkel gebruik maken van een gehomologeerd softwarepakket. Zij hebben recht op een verlaagde premie van € 800.

U zult de premie van 2016 vanaf het derde kwartaal van 2017 bij het RIZIV kunnen aanvragen. De exacte aanvraagprocedure zal later op RIZIV-website worden gepubliceerd.

Klik hier voor meer informatie.


*** 
 

Sociaal recht

1. Langere en flexibelere moederschapsrust

Goed nieuws voor zelfstandige moeders: uitbreiding moederschapsrust vanaf 2017!

In maart kondigden minister Borsus en minister De Block een plan aan om zelfstandige moeders de mogelijkheid te geven het moederschap beter te combineren met hun zelfstandige activiteit. De uitbreiding van de moederschapsrust is intussen definitief geworden.

U kan voortaan maximum 12 weken i.p.v. 8 weken moederschapsrust opnemen en u kan ervoor kiezen om de facultatieve periode van de moederschapsrust halftijds op te nemen. Deze nieuwe regels zijn van toepassing op de periodes van moederschapsrust die vanaf 1/1/2017 beginnen lopen.
Lees verder.

 

2. Geen VAPZ na pensioenering?

 

Verschillende zorgverleners hebben toelichting gevraagd m.b.t. de draagwijdte van artikel 17 van de Wet van 18 december 2015 tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter t.o.v. de rustpensioenen. 

Dit bericht voorziet, in de regelgeving betreffende de VAPZ (vrij aanvullend pensioen zelfstandigen), dat de aanvullende pensioenprestatie vereffend wordt bij pensionering, d.w.z. de effectieve opname van het wettelijk pensioen. Dit betekent dat een gepensioneerde zelfstandige door het feit van zijn pensionering geen VAPZ meer kan opbouwen, hetwelk vóór deze wet reeds het geval was voor zelfstandigen die zelf de VAPZ bekostigden. Sinds aanname van deze wet stelt zich de vraag of de sociale voordelen voorzien door de gecoördineerde wet op de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (GVU-wet), nog steeds kunnen bestaan uit een bijdrage van het RIZIV in een VAPZ van het type als voorzien in de gecoördineerde wet. 

Na overleg tussen de Beleidscellen van de Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid, de Minister van Pensioenen en de Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie, kan volgend antwoord worden gegeven volgens de situatie van de zorgverlener.

a) Zorgverlener die zijn activiteit verderzet hoewel hij aan de voorwaarden voldoet voor het wettelijk pensioen
b) Zorgverlener die reeds geniet van een wettelijk pensioen op 1 januari 2016 (inwerkingtreding van de wet van 1.12.2015)
c) Zorgverlener die het wettelijke pensioen heeft opgenomen of zal opnemen na 1 januari 2016

 

***

 

Wetgeving

Hier vindt u alle wetgeving die vanaf 2017 in voege treedt.

1. Verlenging overgangsmaatregelen spoedgevallen en MUG

In het KB van 27 april 1998 betreffende de normen waaraan een functie gespecialiseerde spoedgevallenzorg moet voldoen wordt bepaald dat de medische permanentie ook kan worden waargenomen door de artsen-specialisten in anesthesie-reanimatie, inwendige geneeskunde, cardiologie, gastro-enterologie, pneumologie, reumatologie, heelkunde, neurochirurgie, urologie, orthopedische heelkunde, plastische heelkunde, pediatrie, neurologie of in de geriatrie. Deze overgangsmaatregel eindigt echter op 31 december 2016.

Om de continuïteit van de permanentie te garanderen wordt deze overgangsmaatregel verlengd met 4 jaar. Deze materie is ondertussen geen federale bevoegdheid meer, maar een bevoegdheid van de deelregeringen. De wettelijke procedures zullen teveel tijd in beslag nemen om nog tijdig in het Belgisch Staatsblad te publiceren. Daarom werd via een interkabinettenwerkgroep afgesproken dat er een omzendbrief zal worden rondgestuurd naar de ziekenhuizen met de mededeling dat de financiering blijft doorlopen tot het wijzigingsbesluit in het Belgisch Staatsblad is gepubliceerd. Ook na 1 januari 2017 kunnen de eerdervermelde artsen-specialisten hun prestaties binnen de functie gespecialiseerde spoedgevallenzorg blijven aanrekenen.


Over BVAS

Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.

De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.

Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.