Vergoeding artsen in opleiding en voorschot COVID verdeling 1 Miljard.
Brussel, 14.08.2020
Aan de heer Jo De Cock,
Administrateur-generaal RIZIV
Aan Pedro Facon,
Directeur-generaal FOD Volksgezondheid
Geachte heer Administrateur-generaal RIZIV,
Geachte heer Directeur-generaal FOD Volksgezondheid,
Betreft: vergoeding artsen in opleiding en voorschot COVID verdeling 1 Miljard
In uitvoering van de wet van 27 maart 2020 (II) en van het K.B. nr. 10 van 19 april 2020 werd eind april jl. op de rekening van elk algemeen ziekenhuis een bedrag overgemaakt als aandeel van het voorschot dat de overheid ter beschikking stelt om de problemen in verband met de Covidcrisis te overbruggen.
Na langdurige en moeizame onderhandelingen met alle betrokken partijen bezorgden uw diensten op 22 juli jl. een document aan de ziekenhuizen, de mutualiteiten en de artsensyndicaten met een aantal indicatieve richtlijnen over de aanwending van het voorschot van elk ziekenhuis getiteld: “Principes voor de regularisatie van de betaalde voorschotten aan ziekenhuizen in het kader van de COVID-crisis-19-17 Juli 2020”.
Over de tekst kon jammer genoeg geen volledige consensus worden bereikt.
Voor BVAS blijft het zeer twijfelachtig dat de artsen in opleiding hun terechte vergoedingen zullen ontvangen, zowel hun gewone vergoeding als ASO of HAIO, maar ook hun vergoeding voor de vele extra wachten die ze overnamen, voor hun verlofdagen die ze hebben opgegeven, voor de extra inspanningen die ze moesten leveren op diensten die niet de hunne waren, voor hun steun aan de triage-en testposten, met beperkt of zelfs zonder adequaat beschermingsmateriaal.
Bij de verdeling van de 70 % van het toegekende voorschot vinden we onder c) en d) een vermelding van de ASO ‘s, zodat het lijkt alsof de betalingen aan de ASO ’s ook voorschotten zouden betreffen. We gaan ervan uit dat dit niet het geval is, maar we kregen er graag bevestiging over.
Ondertussen beginnen de ASO ’s van dienst en van ziekenhuis te wisselen volgens hun opleidingsplan. Dit creëert extra administratieve problemen inzake een financiële tegemoetkoming via de ziekenhuizen. Kunnen in toepassing van punt d) van de circulaire (“Ook kan de betrokken som worden aangewend om extra activiteiten van ASO’s te financieren”) de ASO ’s die participeerden in de opvang van de COVID-19-crisis niet rechtstreeks vanuit het RIZIV betaald worden met een forfaitair bedrag. In overleg met VASO denken we aan een gemiddeld bedrag van 250,- euro.
Dit bedrag kan tussen de assistenten worden verdeeld op basis van hun deelname aan de Covid-19 crisis. Het is echter essentieel dat in het KB aangeduid wordt dat het bedrag alleen kan worden toegekend aan assistenten en niet aan andere zorgverleners, en onder de ASO's dit bedrag alleen wordt toegewezen aan zij die met een COVID-19-patiënt hebben gewerkt.
De verrekening met de ziekenhuizen kan post factum worden gemaakt met de rest van de definitieve afrekening.
Om het te bevestigen, zou een attest van de hoofdarts kunnen vereist worden dat de assistent participeerde in de opvang van de COVID-19-crisis.
We vragen dat dit voorstel om de ASO ’s een forfaitaire vergoeding te betalen rechtstreeks vanuit het RIZIV zou opgenomen worden in het ontwerp KB dat de verrekening met de ziekenhuizen moet invoeren.
Dezelfde regeling van een bedrag van 250,-€ zou ook voor de HAIO ’s kunnen toegepast worden. Alle Haio’s van de eerste lijn hebben inderdaad actief deelgenomen aan het beheer van de coronavirus.
Dit voorstel staat helemaal los van de definitieve oplossing die moet gezocht worden in de Nationale Paritaire Commissie Artsen – Ziekenhuizen onder voorzitterschap van Pedro Facon.
We staan graag ter beschikking om dit voorstel verder met u te bespreken.
Met de meeste hoogachting,
Dr. Philippe Devos,
Voorzitter BVAS
Over BVAS
Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.
De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.
Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.