PERSBERICHT: Accreditering: RIZIV houdt rekening met overmacht door coronapandemie
Het RIZIV zal zich soepel opstellen tegenover artsen die hun aanvraagdossier voor accreditering niet volledig kunnen indienen omdat bijscholingen en vergaderingen van hun LOK afgelast zijn door de coronacrisis. Zij mogen hun dossier onvolledig indienen. Dezelfde soepelheid geldt ook voor de organisatoren van navorming die hun activiteiten noodgedwongen moeten uitstellen.
Brussel, 16 maart 2020
Op vraag van BVAS zal de accrediteringsstuurgroep zich woensdag buigen over een voorstel om de nodige soepelheid aan de dag te leggen voor artsen die ten gevolge van de huidige corona-lockout er niet in slagen om hun aanvraagdossier voor accreditering volledig in orde te krijgen. Om hun accreditering te behouden, moeten artsen hun aanvraagdossier uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van hun accrediteringsperiode indienen. In volle coronacrisis stelt dat een probleem omdat alle bijscholingsactiviteiten en LOK-bijeenkomsten gedurende onbepaalde tijd geannuleerd zijn.
Het RIZIV erkent deze situatie terecht als overmacht. Als de gemiste navorming of LOK-bijeenkomst in de periode valt van de lockdown - vanaf 14 maart jl. - zal het RIZIV de aanvraag goedkeuren, op voorwaarde dat aan alle andere criteria voldaan is.
Het RIZIV zal ook de organisatoren van navormingsactiviteiten tegemoetkomen. Als de bijscholing is aangevraagd en goedgekeurd door de accrediteringsstuurgroep maar uitgesteld moet worden ten gevolge van de coronacrisis, hoeven de organisatoren geen volledig nieuwe aanvraag in te dienen.
Het volstaat dat deze organisatoren aan het secretariaat van de afdeling ‘accreditering artsen’ vragen om hetzelfde dossier te hernemen op een andere datum, met vermelding van het erkenningsnummer dat hen werd toegekend en de originele datum. Voor navorming met dezelfde inhoud en dezelfde sprekers is dus geen volledig nieuwe aanvraag nodig.
Dr. Philippe Devos, Voorzitter BVAS
Over BVAS
Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.
De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.
Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.