Open brief aan premier Di Rupo en minister Onkelinx

20 februari 2013

Geachte Premier, Mevrouw de Minister, 
 
Betreft: werking FOD Volksgezondheid – Erkenning specialisten 
 
In bijlage laat ik u de lijst geworden met de erkenningscommissies van geneesheren – specialisten. Van de 32 bestaande erkenningscommissies voor de specialismen uit het Koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde met inbegrip van de tandheelkunde die over een erkenningscommissie beschikken zijn er vandaag 18.02.2013 nog slechts 4 die binnen de voorziene tijdsduur zijn samengesteld.

Geachte Premier, Mevrouw de Minister, 

 

Betreft: werking FOD Volksgezondheid – Erkenning specialisten 

 

In bijlage laat ik u de lijst geworden met de erkenningscommissies van geneesheren – specialisten. Van de 32 bestaande erkenningscommissies voor de specialismen uit het Koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde met inbegrip van de tandheelkunde die over een erkenningscommissie beschikken zijn er vandaag 18.02.2013 nog slechts 4 die binnen de voorziene tijdsduur zijn samengesteld:

- Medische oncologie (tot 16.06.2013);

- Intensieve zorg (tot 16.06.2013);

- Urgentiegeneeskunde (tot 13.10.2013);

- Verzekeringsgeneeskunde (tot 13.11.2013).

 

Bij de 28 andere erkenningscommissies is de termijn van hernieuwing van de mandaten al geruime tijd overschreden:

- 4 jaar voor het Beheer van gezondheidsgegevens en voor Revalidatie;

- 8 maand voor Geriatrie;

- 5 maand voor de 25 andere bestaande erkenningscommissies. 

 

Het basis Koninklijk besluit van 21.04.1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van geneesheren-specialisten en van huisartsen heeft gelukkig in zijn artikel 7 §4 voorzien dat: “Zij (de leden van de erkenningscommissies) blijven hun functie waarnemen tot de Minister over de hernieuwing van hun mandaat een beslissing heeft genomen of, in voorkomend geval, tot in hun vervanging is voorzien”. Het overschrijden met maanden tot jaren van de normale wettelijke termijnen voor de hernieuwing is echter niet te verschonen. 

 

In het Belgisch staatblad van 2 februari 2012 liet u het Koninklijk besluit van 28 juni 2011 uitvaardigen tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van geneesheren-specialisten en van huisartsen tot oprichting van erkenningscommissies voor de bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de houders van een master in de geneeskunde of van de academische graad van arts die reeds houder zijn van een bijzondere beroepstitel. 

 

Dit Koninklijk besluit is onuitvoerbaar of kan alleen tot ongewenste effecten leiden. De auteur, de Heer Xavier Van Cauter, stelde het in 2011 op toen hij nog werkzaam was op de administratie van de FOD Volksgezondheid. Als lid van de Hoge Raad voor geneesheren- specialisten en huisartsen bracht ik op 8 februari 2012 in een gesprek onder vier ogen Dr. Dirk Cuypers, voorzitter van de Hoge raad, op de hoogte van de problemen die dit KB zou meebrengen. Hij was verast, want hij wist niet dat zijn (toen nog) medewerker, de Heer Xavier Van Cauter, dit Koninklijk besluit had geredigeerd en door u, Mevrouw Onkelinx, had laten publiceren. 

 

Niemand van de Hoge raad werd ooit geconsulteerd over dit krakkemikkige KB, omdat dit, volgens de Heer Van Cauter, louter juridisch-technisch niet vereist was. 

 

Inmiddels stelde U, Mevrouw de Minister, de Heer Van Cauter op uw kabinet aan als adviseur inzake de erkenning van de zorgverstrekkers, het Koninklijk besluit nr. 78, de betrekkingen met de Orde van geneesheren, de planning van het zorgaanbod en de plastische heelkunde. 

 

Op 27 juni 2012 hadden enkele pediaters onco-hematologen, gastrologen-oncologen en pneumologen-oncologen en ikzelf een ontmoeting met de Heer Van Cauter. We vroegen hem wanneer uitvoering zou worden gegeven aan:

- Het “Ministerieel besluit 14 mei 2007 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houders van de bijzondere beroepsbekwaamheid in de pediatrische hematologie en oncologie” van uw voorganger Rudy Demotte (BS 06.06.2007, in voege d.d. 16.06.2007)

- Uw “Ministerieel besluit van 29 januari 2010 tot vaststelling van de bijkomende erkenningscriteria voor kandidaten, stagemeesters en stagediensten voor de beroepsbekwaamheid in de oncologie specifiek voor geneesheren-specialisten, houders van de bijzondere beroepstitel in de gastro-enterologie” (BS 03.02.2010, in voege 13.02.2010); 

- Uw “Ministerieel besluit van 29 januari 2010 tot vaststelling van de bijkomende erkenningscriteria voor kandidaten, stagemeesters en stagediensten voor de beroepstitelbekwaamheid in de oncologie specifiek voor geneesheren-specialisten, houders van de bijzondere beroepstitel in de pneumologie”(BS 03.02.2010, in voege 13.02.2010).  

 

We wachten nog steeds op een antwoord. 

 

Uw kabinet weigert al die jaren artsen te laten erkennen door hun eigen erkenningscommissie van respectievelijk pediatrie, gastro-enterologie en pneumologie, hoewel alle leden van de Hoge raad dat al jarenlang en unaniem vragen. 

 

Omdat er om nooit verklaarde redenen geen uitvoering wordt gegeven aan die ministeriële besluiten is vijfeneenhalf jaar na de publicatie van de beroepsbekwaamheid in de pediatrische hematologie en oncologie nog geen enkel pediater in deze discipline kunnen erkend worden en kunnen deze pediaters het specifieke hoger gewaardeerde codenummer dat u hen bij KB van18 december 2009 toekende (BS 28.01.2010) voor hun moeilijke consultaties nog altijd niet aanrekenen. 

 

Gastro-enterologische en pneumologische oncologen blijven nog steeds hinder ondervinden bij het voorschrijven van sommige medicijnen, omdat ze niet over hun beroepstitel kunnen beschikken. 

 

Deze problemen hebben niets vandoen met de 6de staathervorming (het Vlinderakkoord van 11.10.2011) en evenmin met de wereldwijde economische crisis. 

 

Is het uitblijven van oplossingen een uiting van onwil of van ongeïnteresseerdheid? Moet ik na al die jaren, Mevrouw de Minister, er uit afleiden dat U lak hebt aan het vele werk dat uw administratie samen met de talrijke onbezoldigde zorgverstrekkers in tal van commissies en raden verrichten bij de FOD Volksgezondheid en bij het RIZIV voor U doet? 

 

Wij merken dat u er, Mevrouw de Minister, op vraag van enkelingen, in slaagt het door de verschillende bevoegde organen binnen het RIZIV weloverwogen koninklijk besluit over de beperking van de in vitro fertilisatie van 10 januari 2013 met een nieuw koninklijk besluit van 11 februari te laten vernietigen en dat U het 72 uur later al gepubliceerd krijgt in het Belgisch Staatsblad van 14 februari 2013, terwijl een werkgroep ad hoc in de bevoegde technisch geneeskundige raad bezig is met verdere aanpassingen van de terugbetaling. 

 

Waarom moeten andere minstens evenwaardige Koninklijke besluiten jarenlang op hun uitvoering wachten. Of op hun publicatie? Zoals het ontwerp van Koninklijk besluit over de mammografie dat door de technisch geneeskundige raad van 18.05.2010 na vele vergaderingen en veel studie werd goedgekeurd maar dat U, mevrouw de minister, allicht om persoonlijke redenen niet aan de Koning wenst over te maken. 

 

Zijn kinderoncologen en -hematologen, oncologische gastro-enterologen en oncologische pneumologen minderwaardig aan in vitro fertilisatie specialisten? U maakt het hen al drie jaar onmogelijk om de hun geëigende en gebudgetteerde honoraria aan te rekenen. Waarom?

 

Geachte Premier, Mevrouw de Minister, dit kan zo niet verder. 

 

Zowel bezoldigde ambtenaren als onbezoldigde opgeroepen deskundigen en onbezoldigde vertegenwoordigers van beroepsverenigingen zoals de BVAS en het VBS (en andere) raken gedemotiveerd door de constante ingrepen van kabinetsmedewerkers en/of een technisch cel die om andere redenen dan sociale ingesteldheid of openbare gezondheid voorstellen van daartoe ingestelde officiële organen ongedaan maken of begraven. 

 

Dit komt bijzonder ondemocratisch over.  

 

En vooral, ondertussen worden de bestaande problemen niet opgelost en worden de voorspelde problemen niet voorkomen. 

 

Dr. Marc Moens

Voorzitter Belgische Vereniging van Artsensyndicaten (BVAS)

Secretaris-generaal Verbond van Belgische Beroepsverenigingen van Geneesheren- Specialisten (VBS).

Over BVAS

Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.

De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.

Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.