Groot draagvlak voor collectieve deconventie
Als een representatieve artsenorganisatie beslist om een akkoord artsen-ziekenfondsen op te zeggen, houdt het akkoord als zodanig op te bestaan. Eerder deze maand oordeelde BVAS dat er onvoldoende reden was om die stap te zetten. Hoewel waakzaamheid geboden blijft, ziet het er naar uit dat de groeinorm van 2,5% en de indexering met 3,22% voorlopig gewaarborgd blijven, wat maakt dat het akkoord kan standhouden.
Een volmacht
Een enquête van BVAS - die de eerste 24 uur na het online zetten al door 389 artsen werd ingevuld - wijst uit dat ruim 60% van de artsen een ‘collectieve’ opzegging van het akkoord zou steunen als het syndicaat daartoe zou beslissen. BVAS krijgt een volmacht om het akkoord op te zeggen als het dat nodig acht.
Nogal wat geconventioneerde artsen overwegen intussen om op individuele basis uit het lopende akkoord te stappen, zo leert onze enquête. Eén op de vijf van hen (20%) zegt vanaf januari het akkoord op te zeggen. Bijna de helft (45%) is er nog niet uit. Met andere woorden: slechts een minderheid (35%) houdt op dit ogenblik geen rekening met de optie van deconventionering. Toch wel een opmerkelijke vaststelling.
De enquête levert heel nuttige informatie op waar we als syndicaat mee aan de slag kunnen. Drie kwart van de artsen (75%) die deconventie overwegen, wil advies over hoe ze dit het best naar hun patiënten communiceren. En nog eens 66% vraagt dat het syndicaat duidelijk in kaart brengt wat de financiële gevolgen zijn. Gevraagd naar hun motieven blijkt dat “onvrede over politieke beslissingen” en “meer vrijheid in het bepalen van tarieven” de doorslag geven.
Vrij beroep
De beslissing van minister Vandenbroucke om het verbod op ereloonsupplementen in de ambulante praktijk te verruimen tot ver voorbij de groep van noodlijdende patiënten is daar niet vreemd aan. Het heeft immers één van de grondvesten van een tariefakkoord aangetast: de vrijheid om het niet eens te zijn met de opgelegde tarieven. Een tariefakkoord is immers géén CAO. Een minister die het tariefakkoord ondergraaft, ondergraaft het vrij beroep.
“Met praten alleen kom je er niet uit. Blijf vechten voor de toekomst van het vrij beroep, maak als syndicaat een strenge vuist,” suggereert een van de deelnemers. Andere artsen zitten op dezelfde golflengte: “Een sterk syndicaat dat sterk optreedt, is essentieel. De overheid speelt vaak oneerlijke machtsspelletjes die eenzijdig ten nadele van artsen (en patiënten) uitdraaien.”
Dr. Jos Vanhoof, voorzitter Vlaams Artsensyndicaat
Dr. Johan Blanckaert, voorzitter BVAS
Over BVAS
Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.
De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.
Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.