BVAS-persbericht: NUMERUS CLAUSUS

7 oktober 2014

De BVAS begrijpt de benarde situatie van de studenten en hun weerstand tegen de numerus clausus (NC). Toch kan de BVAS niet akkoord gaan met het argument dat een artsentekort de afschaffing van de bestaande planning zou rechtvaardigen.
De maatschappij kan (via de media) niet tezelfdertijd een overconsumptie van gezondheidszorgen aan de kaak stellen en tevens beweren dat niet kan worden tegemoetgekomen aan de behoeften.
Studenten kunnen niet zowel de vrijheid van de studiekeuze verdedigen als, wanneer zij deze hebben verworven, het recht tot de toegang tot het beroep, met het voorwendsel  dat het onmenselijk zou zijn hen te weigeren na zo lange studies.

NUMERUS CLAUSUS

 

Brussel, 10 oktober 2014

 

De BVAS begrijpt de benarde situatie van de studenten en hun weerstand tegen de numerus clausus (NC). Toch kan de BVAS niet akkoord gaan met het argument dat een artsentekort de afschaffing van de bestaande planning zou rechtvaardigen.

De maatschappij kan (via de media) niet tezelfdertijd een overconsumptie van gezondheidszorgen aan de kaak stellen en tevens beweren dat niet kan worden tegemoetgekomen aan de behoeften.

Studenten kunnen niet zowel de vrijheid van de studiekeuze verdedigen als, wanneer zij deze hebben verworven, het recht tot de toegang tot het beroep, met het voorwendsel  dat het onmenselijk zou zijn hen te weigeren na zo lange studies.

We merken ook op dat de tegenstanders van de NC beweren dat het  artsendiploma kan leiden tot vele andere activiteiten dan de gezondheidszorg zelf. Dit is deels waar, maar het is volstrekt onmogelijk dat deze activiteiten op dit ogenblik meer dan 20% van de afgestudeerden zou kunnen opvangen. Het is best mogelijk dat deze activiteiten zich in de toekomst meer zullen ontwikkelen, maar ze vereisen geen RIZIV nummer.

Het is nuttig er aan te herinneren dat, historisch gezien, de NC het resultaat was van een brede consensus binnen de politiek, de ziekenfondsen en de hele beroepsgroep - niet alleen de BVAS maar ook het Kartel, de GBO, de medische huizen en de universiteiten. De plethora was overduidelijk en werd door iedereen ook waargenomen. Het teveel aan afgestudeerden werd destijds geloosd in de huisartsgeneeskunde. De universiteiten waren toen gekant tegen een geloofwaardige opleiding in de huisartsgeneeskunde, omdat ze vreesden dat ze deze handelswijze niet meer zouden kunnen verderzetten wegens een tekort aan stagemeesters. Ze hadden een systeem uitgedokterd waarbij de jong gediplomeerde artsen zich installeerden in een eigen huisartsenpraktijk met een nietszeggende supervisie door een stagemeester die verantwoordelijk was voor vijftien stagiaires. De RIZIV profielen toonden destijds aan dat het gemiddelde aantal patiëntencontacten bij deze jonge huisartsen ongeveer vijf patiënten per week bedroeg.

Men kan met zekerheid stellen dat het te danken is aan de NC dat de huisartsgeneeskunde kon worden opgewaardeerd en ontegensprekelijk aan kwaliteit won.

De huidige situatie van de honderden studenten die onzeker zijn over hun toekomst is het gevolg van het saboteren van de planning door de Franstalige universiteiten die zich nooit aan de afspraken hebben gehouden. Ze hebben bewust voorafgaandelijk geen stappen willen ondernemen die nochtans noodzakelijk waren en ze maakten misbruik van de ontreddering bij de studenten om hen aan te zetten om tegen de NC te betogen.

Dit creëert een ernstig communautair probleem (de Vlaamse universiteiten hebben altijd loyaal de afspraken gerespecteerd en hebben geen surplus van dergelijke omvang gecreëerd) tot op het punt dat de Vlaamse tandartsen en anderen vandaag de totale splitsing van de sociale zekerheid eisen.

Uiteraard is de BVAS gevoelig voor de problemen van het overtal aan afgestudeerden dat het risico loopt zijn beroep niet te kunnen uitoefenen in het kader van de gezondheidszorg.

Hoe dan ook verbindt de BVAS er zich toe alle mogelijke oplossingen te verkennen om er de meest bevredigende tussen te vinden, zoals ze dat ook al enkele jaren geleden deed. Het is immers al de tweede keer dat de Franse Gemeenschap de selectiemaatregelen schrapt zodat het probleem zich opnieuw stelt.

Dit zal uiteraard niet gemakkelijk zijn want, zoals we weten, zijn er in 2018 twee promoties die op hetzelfde moment afstuderen: de laatste groep studenten die 7 studiejaren heeft moeten volgen, samen met de eerste groep studenten die na 6 studiejaren zijn diploma verwerft. De opleiding van een dubbele cohorte (gedurende 3 à 10 jaar) zal sowieso al grote problemen stellen. We moeten zowel voor stageplaatsen zorgen als voor de financiering ervan. De universiteiten geven toe dat ze niet over de nodige middelen beschikken en dat ze de kwaliteit niet kunnen garanderen. Ze overwegen noch min noch meer deze pas afgestudeerden naar het buitenland te sturen.

Tot slot moet men er zich van bewust zijn dat de beslissing om deze jonge collegae een RIZIV nummer toe te kennen niet de bevoegdheid is van de BVAS. Het is een politiek probleem. Vanzelfsprekend zullen wij onze mening te kennen geven, maar meewerken aan het opheffen van elke vorm van planning zou zelfmoord zijn voor het beroep en ten koste gaan van de kwaliteit van de zorgverlening.

 

Dr. Marc Moens                                                                     Dr. Roland Lemye

Ondervoorzitter BVAS                                                          Voorzitter BVAS 

Over BVAS

Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.

De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.

Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.