10 december 2012: Medicomut zonder de BVAS

6 december 2012

Brussel, 6 december 2012.
 
 
De Raad van Bestuur van de BVAS heeft in zijn vergadering van 5 december met grote meerderheid beslist niet deel te nemen aan de geplande vergadering van de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen van maandag 10 december.
 
 
De door het kabinet Onkelinx voorgestelde aanpassingen aan het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake de toegankelijkheid van de gezondheidszorg, werden door de Raad van Bestuur ruimschoots onvoldoende geacht om te kunnen starten met een onderhandeling over een akkoord artsen-ziekenfondsen 2013-2014.
 
De wet van minister Onkelinx ontdoet het 48 jaren oude akkoordensysteem van zijn inhoud. Ook de laatste akkoorden konden slechts worden afgesloten omdat de regering, geïnspireerd door de bevriende mutualiteiten, al vooraf voor 99% had vastgesteld wat in het akkoord moest staan en welke zorgen er binnen een alsmaar nauwer budget moeten worden verstrekt.
 
Het kabinet Onkelinx wil de regeling sociaal derde betalende verplichten. Als “toegeving” aan de BVAS wil ze een voorafgaand advies van de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen inlassen. Vermits in die Medicomut de mutualiteiten zetelen die de minister gevraagd hebben deze wet uit te vaardigen, lijkt dit amendement een lege doos. Het is trouwens onbegrijpelijk en onverantwoord gezien de krappe budgettaire context dat de regeling derde betalende (RDB) wordt uitgebreid tot ongeveer 2,2 miljoen Belgen, alsof die allen financieel in de marginaliteit zouden leven. Bovendien is het bewezen dat de RDB aanleiding geeft tot hogere uitgaven. BVAS eist dat de regeling derde betalende voorbehouden wordt aan die populatie die het echt nodig heeft.
 
Elke Belgische wet kent uitzonderingen. De BVAS betreurt dat minister Onkelinx bij herhaling heeft geweigerd

10 december 2012: Medicomut zonder de BVAS

 

 

Brussel, 6 december 2012.

 

 

De Raad van Bestuur van de BVAS heeft in zijn vergadering van 5 december met grote meerderheid beslist niet deel te nemen aan de geplande vergadering van de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen van maandag 10 december.

 

 

De door het kabinet Onkelinx voorgestelde aanpassingen aan het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake de toegankelijkheid van de gezondheidszorg, werden door de Raad van Bestuur ruimschoots onvoldoende geacht om te kunnen starten met een onderhandeling over een akkoord artsen-ziekenfondsen 2013-2014.

 

De wet van minister Onkelinx ontdoet het 48 jaren oude akkoordensysteem van zijn inhoud. Ook de laatste akkoorden konden slechts worden afgesloten omdat de regering, geïnspireerd door de bevriende mutualiteiten, al vooraf voor 99% had vastgesteld wat in het akkoord moest staan en welke zorgen er binnen een alsmaar nauwer budget moeten worden verstrekt.

 

Het kabinet Onkelinx wil de regeling sociaal derde betalende verplichten. Als “toegeving” aan de BVAS wil ze een voorafgaand advies van de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen inlassen. Vermits in die Medicomut de mutualiteiten zetelen die de minister gevraagd hebben deze wet uit te vaardigen, lijkt dit amendement een lege doos. Het is trouwens onbegrijpelijk en onverantwoord gezien de krappe budgettaire context dat de regeling derde betalende (RDB) wordt uitgebreid tot ongeveer 2,2 miljoen Belgen, alsof die allen financieel in de marginaliteit zouden leven. Bovendien is het bewezen dat de RDB aanleiding geeft tot hogere uitgaven. BVAS eist dat de regeling derde betalende voorbehouden wordt aan die populatie die het echt nodig heeft.

 

Elke Belgische wet kent uitzonderingen. De BVAS betreurt dat minister Onkelinx bij herhaling heeft geweigerd onze voorstellen tot uitzonderingen inzake het verbod op vrije honoraria voor patiënten opgenomen in twee- en meerpersoonskamers te willen bespreken.

Voorlopig heeft binnen de regering alleen de MR de vraag vanwege de BVAS tot amendering van het ontwerp van wet positief beantwoord. Wij hopen dat er een fair parlementair debat hierover tot stand kan komen. De tekst van het regeerakkoord dat dergelijk verbod voorziet sluit een modulering niet uit.

 

Op budgettair niveau mogen de artsen minder groeien dan de wettelijk voorziene groeinorm. Bovendien zijn zij de enige beroepsgroep die opnieuw een belangrijk stuk van zijn index moet  inleveren: de voorziene 2,76% index wordt, al naargelang het soort medische prestaties,  

 

 

beperkt tot 1% (medisch technische acten), 1,5% (chirurgie) of 2% (consultaties, toezicht e.d.).

 

De artsen zijn bereid financiële inspanningen te leveren zoals die vandaag aan alle burgers worden gevraagd. Maar niet binnen een rigide context van populistische politieke directieven of van mutualiteiten die de belangen van de patiënten ondergeschikt maken aan hun eigen financiële belang en die de artsen opzadelen met buitensporige administratieve verplichtingen.

 

Zoals de voorbije 48 jaar blijft de BVAS bereid tot onderhandelen, maar niet langer meer in een wettelijk carcan dat lak heeft aan echt paritair overleg en dat willekeur ten opzichte van de zorgverstrekkers tot de normaliteit verheft.

 

Dr. Marc Moens

Voorzitter BVAS

 

Voor meer informatie over dit persbericht:

David Desmet, communicatieverantwoordelijke BVAS, attaché van de voorzitter

david.desmet@absym-bvas.be, 0491/233.000

Over BVAS

Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.

De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.

Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.