Ambulante cardiale monitoring

Deze rubriek is enkel een hulpmiddel en vervangt niet de authentieke teksten die aan de basis liggen van deze gegevens, in het bijzonder de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 en de opeenvolgende wijzigingen hiervan zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, de desbetreffende omzendbrieven aan de verzekeringsinstellingen en aan de zorgverleners en de instructies via magnetische drager.

Vanaf 1 oktober 2024 wordt de ambulante cardiale monitoring (codes 212015 en 214012) geschrapt. Het vrijgekomen budget wordt gebruikt voor het opwaarderen van het honorarium voor de eerste opvang van een patiënt door de permanentiearts (A-honoraria) en de nacht- en weekendtoeslag op de A-honoraria.

Art. 13 Reanimatie
Art. 17 Radiologie
Art. 17 bis Echografieën en elastografieën
Art. 17 ter Medische beeldvorming voor niet-radiologen
Art. 25 Toezichtshonorarium
Art. 26 Bijkomend honorarium voor 's nachts, tijdens het weekend of op een feestdag

N.a.v. een onderzoek van de Dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle (DGEC) naar de grote variabiliteit in facturatie van cardiale monitoring is gebleken dat o.m. ziekenhuizen de ambulante cardiale monitoring vaak onterecht factureren, niet alleen buiten de lokalen van spoedgevallen, maar ook zonder medische noodzaak. Bij controle zijn inbreuken bovendien moeilijk aantoonbaar.

Na bevraging van een delegatie spoedartsen werd besloten dat er onvoldoende argumenten waren om deze verstrekkingen te behouden. Het hierdoor vrijgekomen budget wordt terug geïnjecteerd in de werking op de functie spoed m.n. door een investering van het budget in de A-honoraria en opwaardering van nacht- en weekendtoeslagen op deze A-honoraria. Tevens wordt de ambulante cardiale monitoring gekoppeld aan de opname van de ‘ambulante monitoring’ in de omschrijving van de A-honoraria. Hierdoor is het onmogelijk om de geschrapte verstrekkingen aan de patiënten door te rekenen.

Deze schrapping betreft enkel de ambulante nummers 212015 en 214012. De nomenclatuurcodes voor de cardiale monitoring voor gehospitaliseerde patiënten (codes 212026 en 214023) kunnen vanaf 1 oktober 2024 nog steeds worden aangerekend.