Ziekenhuisfinanciering: "Together we raid"
(Bijdrage van Dr. Marc Moens in Mediquality)
Op 16.09.2014 bespreekt de raad van bestuur van het KCE het lang aangekondigde ontwerp van rapport over de hervorming van de ziekenhuisfinanciering. Om die publicatie voor te zijn, vond afgevaardigd bestuurder Peter Degadt van Zorgnet Vlaanderen het opportuun om vooraf de visie van zijn koepelorganisatie van zorginstellingen ruim in de media te verspreiden. Je weet maar nooit dat het KCE over sommige punten er een andere mening zou op nahouden dan Zorgnet Vlaanderen.
De zaak is eenvoudig: de ziekenhuizen worden te weinig gefinancierd door de Overheid, en de artsen verdienen te veel. Oplossing: onteigen de artsen van hun honoraria, pik dat geld in en laat de besteding over aan de ziekenhuisbeheerders via het budget van financiële middelen. De ziekenhuisdirecteur zal niet moeten beslissen wat de hoegrootheid mag zijn van het zuiver honorarium van zijn schijnzelfstandige artsen, want personeels- en artsenkosten zullen volgens nationale richtlijnen moeten worden berekend. De inkomens moeten worden geplafonneerd.
Efficiëntiewinsten door rationalisatie en reorganisatie "vloeien vanzelfsprekend terug naar het ziekenhuis of netwerk die ze realiseert" (pag. 25). Zoals een Oost-Europese bende doen de bedenkers ook kleine luiden aan: voor de financiering van de ziekenhuis informatica kunnen "… eventueel ook middelen die voorzien worden voor extramurale praktijken in aanmerking komen".
Huisartsen, let op uw RIZIV telematica-premie! Specialisten hebben nog geen informatica premie, in die sector vinden de beheerders niets. Maar niet getreurd: de middelen voor de polikliniek worden overgedragen naar het budget van financiële middelen en gaat samen met een macrodaling van de honoraria ter compensatie.
Ook het dagziekenhuis wordt in het budget van financiële middelen ondergebracht. Hoe de extra muros specialist zijn praktijk draaiende moet houden, zijn secretaresse en/of assistente moet betalen zal de ziekenhuisbeheerders worst wezen. De auteurs zijn niet van enige humor gespeend. In het individueel ziekenhuis zal: "voor de inrichting en de werking van de poliklinieken nog slechts een beroep gedaan worden op honorariumafdrachten voor uitrusting of omkadering boven de normen. Dat zal de relatie tussen artsen en directie ten goede komen"(pag. 30). Uiteraard!
Als er nog wat voor de artsen overblijft na het afromen via de overheveling naar het budget van financiële middelen en het opslokken van de honoraria uit de ziekenhuispolikliniek en het dagziekenhuis, wordt een deel van dat saldo ondergebracht in een investeringsfonds, dat paritair beheerd zal worden, tenminste als het om puur medische aangelegenheden gaat.
Vermits beheerders en directies meer performante en efficiënte zorg gaan verlenen zal het aantal verpleegdagen dalen en meteen ook het bedrag voor de toezichtshonoraria van de artsen. Dat geld ontvreemdt Zorgnet Vlaanderen bij de artsen om de kwaliteit mee te financieren. Waar het document het heeft over P4P (pay for performance) komen eventuele bonussen ten goede aan het ziekenhuis: "Door de bonus te puren uit een voorafgaande besparing op het ziekenhuisbudget – deels al betaald door drastische honoraria-afromingen bij de artsen - en op de honoraria – nogmaals -, worden zowel de ziekenhuizen als de ziekenhuisartsen extra gestimuleerd om aan de hand van het leveren van kwaliteitsvolle zorg, de besparingen in kwestie minstens terug te verdienen" (pag. 39). Maar de arts mag van Zorgnet Vlaanderen alleen nog een geplafonneerd zuiver honorarium verdienen. Dat wordt een moeilijke combinatie-oefening.
Bovendien geeft bovenstaand citaat blijk van onbegrijpelijke goedgelovigheid in de Overheid. Toen de forfaitarisering van de uitgaven voor de ziekenhuisgeneesmiddelen in 2006 startte werden dure eden gezworen dat het geen besparingsoperatie zou worden. Eventueel vrijgekomen middelen zouden geherinvesteerd worden in kwaliteit van de zorg, zoals bijvoorbeeld in de aanwerving van klinische apothekers. Acht jaar en een inlevering van 34 % van het geneesmiddelenbudget later wachten de ziekenhuizen nog altijd op die vrijgekomen euro's.
Zorgnet wil dringend zijn zeg krijgen in de medico-mut, want daar wordt volgens de tekst de herijking van de artsenhonoraria "bewust vertraagd". Zij kunnen ongetwijfeld sneller en beter "een functietapijt als ijkpunt voor de verloning van de verschillende disciplines " creëren dat rekening houdt met opleidingsduur, verantwoordelijkheid, werklast, continue navorming, aanwezigheid, wachtdiensten, patiëntencontacten en zo meer (pag. 32). Fluitje van een (euro-) cent.
Twee positieve noten mogen niet achterwege blijven hoewel de gebruikte termen niet eenduidig zijn. Waar het om honorarium afdrachten gaat: "Supplementen maken namelijk integraal deel uit van het loon van artsen (pag. 42)"? En over all-in: "De transparantie verhoogt. Andere doelstellingen zoals de kwaliteitsverbetering en kostenbeheersing konden niet worden hardgemaakt." (pag. 34). Voor Zorgnet Vlaanderen dus geen all-in. Er valt dan ook niets meer te rapen bij de artsen.
Ik ben nieuwsgierig hoe Zorgnet Vlaanderen zal reageren als het KCE eerstdaags zou stellen dat het de helft van zijn ziekenhuisbedden mag sluiten en overdragen aan de universitaire ziekenhuizen. Of omgekeerd. Grapje natuurlijk."
Verscheen in MediQuality van 18.09.2014 onder de titel: Ziekenhuisfinanciering: "Together we raid".
Over BVAS
Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.
De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.
Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.