Vlaams Artsensyndicaat steunt VASO in dossier contingentering

13 juli 2020

De Vlaamse vereniging van artsen-specialisten (VASO) vraagt dat de federale regering dringend het KB publiceert dat de contingentering voor 2026 vastlegt. Dat KB is nodig om juridische vragen over de organisatie van het Vlaamse ingangsexamen voor artsen en tandartsen te vermijden. Het Vlaams Artsensyndicaat sluit zich aan bij die vraag van de ASO’s. Het zou onaanvaardbaar zijn mochten de inspanningen van 22 jaar Vlaamse aanbodbeperking verloren gaan.

Image

 

De Vlaamse vereniging van artsen-specialisten (VASO) vraagt dat de federale regering dringend het KB publiceert dat de contingentering voor 2026 vastlegt. Dat KB is nodig om juridische vragen over de organisatie van het Vlaamse ingangsexamen voor artsen en tandartsen te vermijden. Het Vlaams Artsensyndicaat sluit zich aan bij die vraag van de ASO’s. Het zou onaanvaardbaar zijn mochten de inspanningen van 22 jaar Vlaamse aanbodbeperking verloren gaan.

 

Brussel, 13 juli 2020

 

Het Vlaams Artsensyndicaat vindt het ongehoord dat de federale regering het dossier van de contingentering nu al maanden voor zich uitschuift. Het is verontrustend dat minister De Block vooralsnog niet communiceert over dit dossier. Het KB voor het contingent dat in 2026 aan de vervolgopleiding tot huisarts of arts-specialist mag beginnen, moet dringend in het Staatsblad verschijnen. Als dat niet gebeurt, ontstaat er mogelijk een probleem met de wettelijke basis voor de organisatie van het Vlaamse ingangsexamen voor (tand)artsen dat voorzien is op 25 en 26 augustus.

 

Meer nog, als minister De Block beslist om het KB niet te publiceren, vervalt de facto de hele contingentering. Het Vlaams Artsensyndicaat zou dat onbegrijpelijk en zelfs beledigend vinden ten opzichte van de Vlaamse bevolking. Een instroombeperking is een conditio sine qua non voor het behoud van de kwaliteit van de opleiding geneeskunde.

 

Voor Vlaanderen zou het loslaten van de contingentering bijzonder pijnlijk zijn. De geschiedenis is bekend: in 1997, een jaar na het federale akkoord over de contingentering, startte Vlaanderen met de organisatie van het afgesproken ingangsexamen. De Franstalige universiteiten braken hun gegeven woord en gingen jarenlang door met overtallige artsen op te leiden.

 

Mocht de contingentering worden afgeschaft, dan zouden de offers van 22 jaar rigoureuze aanbodbeperking in Vlaanderen, waarbij honderden kandidaat-studenten de toegang tot de opleiding geneeskunde werd geweigerd, tevergeefs zijn geweest.

 

Minister De Block mag niet zwichten voor de druk van sommige partijen om de contingentering af te schaffen vanwege een vermeend tekort aan artsen. De realiteit is dat er noch in Vlaanderen noch in Franstalig België zoiets bestaat als een algemeen tekort aan artsen. Er is een tekort in bepaalde specialismen en een teveel aan artsen in andere disciplines.

 

De federale Planningscommissie stemt de differentiatie van de verschillende specialismen af op de behoeften van de bevolking. Op basis van de wetenschappelijk adviezen van de federale Planningscommissie kunnen de nog op te richten Planningscommissies van de Gemeenschappen een beleid uittekenen om knelpuntspecialismen zoals huisartsgeneeskunde, geriatrie, (kinder-) psychiatrie, klinische biologie, reumatologie, oncologie en pathologische anatomie aantrekkelijker te maken.

 

Het Vlaams Artsensyndicaat roept minister De Block en de federale regering op om dringend in actie te komen. De contingentering moet koste wat kost behouden blijven. Het belangrijkste argument daarvoor is de kwaliteit van de opleiding. Een beperking van de instroom is ook noodzakelijk om een wildgroei van artsen te vermijden.

 

 

Dr. Marc Moens, Voorzitter Vlaams Artsensyndicaat

 

 

Over BVAS

Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.

De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.

Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.