VAS-persbericht: Quid dixit Onderwijs?

2 september 2013

In De Standaard van 10 augustus laatstleden noemde Louis Tobback (sp.a), minister van Staat en burgemeester van Leuven, die de zorgvertrekkers elke parkeerfaciliteit in zijn stad halsstarrig weigert, de huisartsen oplichters en hypocrieten omdat ze “dixit-attesten” gebruiken.

In De Standaard van 10 laatstleden 2013 noemde Louis Tobback (sp.a), minister van Staat en burgemeester van Leuven, die de zorgvertrekkers elke parkeerfaciliteit in zijn stad halsstarrig weigert, de huisartsen oplichters en hypocrieten omdat ze “dixit-attesten” gebruiken. 

  

In tegenstelling tot een medisch attest dat een getuigschrift is dat een feit van medische aard vaststelt en bevestigt op grond van eigen ondervraging en onderzoek is het “dixit-attest” een document dat louter en alleen gebaseerd is op de verklaring van de betrokkene.

 

Dit document kwam tot stand op 22 maart 2007 op voorstel van Frank Vandenbroucke (sp.a), toenmalig viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming en kaderde in het actieplan "Een sluitende aanpak van spijbelen en schoolverzuim". Dergelijk document dient duidelijk te vermelden: “Volgens verklaring van betrokkene …..” .

 

Naast de minister en de afvaardiging van de scholen en de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s) had het Vlaams Artsensyndicaat (VAS), weliswaar zonder veel enthousiasme, dit protocol als één van de acht artsenverenigingen, waaronder ook de Orde der geneesheren, mee ondertekend. Het VAS sloot er zich bij aan om de huisartsen een politiek gefundeerd attest ter beschikking te stellen en om de onderwijsinstanties toe te laten het spijbelgedrag in kaart te brengen.

 

Eind juni 2013 was het “familiaal spijbelen” de oorzaak dat de “dixit-attesten” opnieuw onder de aandacht kwamen. Omdat vele ouders het niet zinvol oordelen dat hun kinderen de laatste dagen van juni op school aanwezig moeten zijn wegens gebrek aan begeleiding, en omdat het economisch voordeliger is om eind juni met vakantie te gaan, vindt de Vlaming het normaal dat zijn huisarts daar moet voor zorgen door een attest af te leveren, temeer daar de ouders beweren dat de scholen hier zelf op aandringen.

 

De huisartsen vinden dat ongehoord en wijzen er op dat enerzijds elke schooldirecteur, zij het uitzonderlijk, om persoonlijke redenen een afwezigheid kan toestaan aan een leerling en dat anderzijds de ouders bij afwezigheid tot en met drie opeenvolgende kalenderdagen en dit maximaal viermaal per jaar zelf een afwezigheid kunnen verantwoorden. 

 

Het moet ophouden de verantwoordelijkheid voor de afwezigheden van gezonde leerlingen door te schuiven naar de artsen. De scholen moeten afwezigheden gewettigd zien om geen leerlingen, dus subsidies te verliezen. Een “dixit-attest” mag sinds 1 september 2007 echter niet meer aanvaard worden als een medisch attest (code D), maar moet als een problematische afwezigheid (code B) worden geregistreerd.

 

Het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming kon ons geen antwoord geven op onze vraag hoeveel “dixit- attesten” er sinds 2007 werden ingediend.  Het registreert alleen ongewettigde afwezigheden. Als de scholen de regels correct toepassen horen daar ook de “dixit-attesten” bij.

 

Om te vermijden dat begin september een aantal ouders attesten gaat schooien bij hun huisartsen, “dixit-“ of echte, omdat ze nog met verlof waren de eerste week van september, lijkt het nuttig dat sp.a minister Pascal Smet de regels over afwezigheden op school in de media herhaalt.

 

Minister Smet kan van deze gelegenheid gebruik maken om zich bij de huisartsen publiek te verontschuldigen voor de ongepaste aantijgingen van zijn partijgenoot, Louis Tobback.

 

Dr. Hilde Roels

Voorzitter VAS

 

Dr. Marc Moens

Ondervoorzitter VAS

 

Voor meer informatie over dit persbericht:

David Desmet, communicatieverantwoordelijke BVAS, attaché van de voorzitter

david.desmet@absym-bvas.be, 0491/233.000

Over BVAS

Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.

De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.

Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.