Supplementen in de ziekenhuizen: ‘Al veel vooruitgang geboekt maar we zijn er nog niet’ (persbericht kabinet De Block)

6 december 2018

De CM wijst op de stijging van de kosten voor de patiënt in eenpersoonskamers. Maggie De Block (Open Vld), minister van Volksgezondheid, deelt de bekommernis om de patiënt maar wil tezelfdertijd nuanceren. “De voorbije jaren hebben we al veel vooruitgang geboekt. We zijn er nog niet, maar dit is dan ook een probleem dat al jarenlang aansleept.

 

BRUSSEL, 05/12/2018. –  De pers publiceert vandaag de resultaten van de ziekenhuisbarometer van de christelijke mutualiteiten (CM). De CM wijst op de stijging van de kosten voor de patiënt in eenpersoonskamers. Maggie De Block (Open Vld), minister van Volksgezondheid, deelt de bekommernis om de patiënt maar wil tezelfdertijd nuanceren. “De voorbije jaren hebben we al veel vooruitgang geboekt. We zijn er nog niet, maar dit is dan ook een probleem dat al jarenlang aansleept. Zoiets los niet in een-twee-drie op.”

 

De stijgende ereloonsupplementen zijn al veel langer dan vandaag een probleem, beseft minister De Block. De voorbije jaren nam ze samen met de sector al verschillende initiatieven om die af te schaffen of op zijn minst te beperken. Zo zijn ereloonsupplementen bij daghospitalisaties in twee- of meerpersoonskamers tegenwoordig verboden en heeft de minister een plafond opgelegd voor supplementen bij bepaalde ingrepen, zoals een borstreconstructie met eigen weefsel.

 

Structurele oplossing

Minister De Block: “We zijn hier met andere woorden hard aan aan het werken. Maar zoiets kost tijd. Blindweg álle ereloonsupplementen afschaffen, ook in eenpersoonskamers, zou niet verstandig zijn. Voor veel ziekenhuizen zijn die supplementen immers een bron van inkomsten. Door ze zomaar af te schaffen, zouden we extra druk zetten op hun financiële toestand.”

 

De minister pleit daarom voor een structurele oplossing van het probleem. “We zijn volop bezig met de hervorming van de ziekenhuisfinanciering en het ziekenhuislandschap. Daarbij gaan we erg grondig te werk. Cosmetische ingrepen zijn misschien leuk om over te communiceren, maar daarmee lossen we op lange termijn niets op. Terwijl dát net is wat nodig is. Op dit moment zijn we daarom de fundamenten volop aan het hertekenen – denk bijvoorbeeld aan de netwerkvorming en aan de financiering van laagvariabele zorg – zodat ook onze toekomstige generaties nog kunnen rekenen op betaalbare ziekenhuiszorg.”

 

Een belangrijke rol is ook weggelegd voor de sector zelf. “Het mag duidelijk zijn dat je de problematiek van de ereloonsupplementen niet in je eentje oplossen. Ik heb daarom gevraagd aan de artsen, de ziekenhuizen en de ziekenfondsen om óók mee te denken over oplossingen, en dat doen ze. In het akkoord voor 2018-2019 heeft de Medicomut (het overlegorgaan tussen artsen en ziekenfondsen, nvdr.) zich geëngageerd om constructieve voorstellen op tafel te leggen en momenteel legt een werkgroep met artsen, ziekenfondsen én ziekenhuizen daar de laatste hand aan. Ik verwacht het rapport zeer binnenkort.”

 

Hoog op de agenda

Dat de CM in zijn ziekenhuisbarometer wijst op de problematiek van de ereloonsupplementen vindt minister De Block positief. “Het gaat hier over de toegankelijkheid van zorg voor de patiënt, dit móet met andere woorden hoog op de agenda staan”, is ze duidelijk. Over de haalbaarheid van het voorstel heeft de minister evenwel haar twijfels. Als federaal minister van Volksgezondheid heeft ze bijvoorbeeld geen zeggenschap over hospitalisatieverzekeringen. En om zonder structurele oplossing de ereloonsupplementen in eenpersoonskamers af te kunnen schaffen, zouden de belastingen of de sociale bijdragen verhoogd moet worden. “Dat kan uiteraard niet de bedoeling zijn”, besluit ze.

 

 

Over BVAS

Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.

De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.

Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.