Persbericht VIB: Onderzoek inflammasomen opent nieuwe therapeutische pistes voor behandeling reumatoïde artritis

5 juli 2014

Patiënten met een meer of mindere ernstige vorm van reumatoïde artritis (RA) mogen dan wel dezelfde pijnlijke symptomen hebben, betekent dit dan ook dat de oorzaak van hun ziekte dezelfde is? En dus ook allemaal dezelfde behandeling moeten krijgen?
 

Patiënten met een meer of mindere ernstige vorm van reumatoïde artritis (RA) mogen dan wel dezelfde pijnlijke symptomen hebben, betekent dit dan ook dat de oorzaak van hun ziekte dezelfde is? En dus ook allemaal dezelfde behandeling moeten krijgen? Wetenschappers van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) en UGent hebben met hun onderzoek naar inflammasomen aangetoond dat RA eerder als een syndroom dan als een ziekte moet worden beschouwd.

Mohamed Lamkanfi (VIB/UGent): “Reumatoïde artritis (RA) kan zeer pijnlijk zijn en het is niet altijd makkelijk het meest geschikte geneesmiddel te vinden. Tot voor kort werd RA beschouwd als één ziekte, maar ons onderzoek suggereert dat het eerder een syndroom dan een ziekte is. Deze kennis kan leiden tot een meer gepersonaliseerde aanpak bij de behandeling, waarbij je op basis van het profiel van de patiënt het best geschikte geneesmiddel selecteert.”

Reumatoïde artritis en inflammasomen


Reumatoïde artritis (RA) is een ontstekingsziekte die de gewrichten aantast en zonder behandeling evolueert tot een invaliderende en pijnlijke aandoening, die de levenskwaliteit van patiënten ernstig kan aantasten. Naar schatting kampt 1 tot 2% van de wereldbevolking met RA; in Europa zijn dit ongeveer 5 miljoen mensen.

Inflammasomen zijn eiwitcomplexen die deel uitmaken van ons immuunysteem. Wetenschappers vermoedden al langer dat inflammasomen een rol spelen bij het ontstaan en de progressie van RA. Lieselotte Vande Walle en Mohamed Lamkanfi hebben de rol van inflammasomen voor RA kunnen aantonen in een specifiek muismodel met RA, ontwikkeld door Gentse VIB-collega’s Geert van Loo en Rudi Beyaert.

Ze zijn er immers in geslaagd om de ontwikkeling van RA tegen te gaan door inflammasomen te blokkeren. Inflammasomen staan ondermeer in voor de productie van interleukine-1, een eiwit met een belangrijke rol bij ontstekingsreacties. Het stilleggen van de effecten van interleukine-1 leidde tot een genezing bij de muizen. Op deze manier toonden Vande Walle en Lamkanfi aan dat het muismodel perfect geschikt is om de correlatie tussen inflammasomen en RA te bestuderen.

Een nieuw therapeutisch doelwit

Met dit eerste muismodel dat de genetische focus op de inflammasomen legt, is meteen ook de basis gelegd om nieuwe therapieën te ontwikkelen. Uit eerder onderzoek bleek al dat andere eiwitten van ons immuunsysteem zoals TNF en IL-17 een mogelijke rol spelen bij RA. Er zijn intussen al geneesmiddelen ontwikkeld die deze eiwitten tegenwerken, en zo RA genezen. Op basis van deze onderzoeksresultaten blijkt dat ook het inflammasoom (of het geproduceerdeIL-1 ) tegenwerken een mogelijke therapeutische piste zou kunnen zijn.

Geneeskunde op maat

Uit het onderzoek van de VIB-onderzoekers blijkt ook dat RA eerder een syndroom dan een ziekte is, met andere woorden dat gelijkaardige symptomen verschillende oorzaken kunnen hebben. Als men weet wat de oorzaak is, kan men die heel gericht bestrijden. Bij genetische vormen van borst-, huid,- en longkanker kan men nu al door middel van genetische tests met grote zekerheid voorspellen of een behandeling al dan niet zal werken. Ook voor RA zouden we naar een meer gepersonaliseerde aanpak kunnen evolueren. Iedereen met RA mag dan wel dezelfde symptomen hebben, de onderliggende genetische oorzaken kunnen verschillen. En dus ook de toekomstige behandelingsopties. Een nieuwe uitdaging voor heel wat onderzoekers!

 

Bron: Persbericht Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) - Universiteit Gent (UGent)

Over BVAS

Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.

De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.

Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.