PERSBERICHT: Saga van de RIZIV-quota: we moeten uit de impasse geraken!

29 januari 2019

 
BVAS wenst te reageren op de recente verklaringen in de Franstalige media over de RIZIV-quota en de eventuele noodzaak om een tweede filter in te bouwen in de vorm van een attest van contingentering aan het eind van de studies. We zijn ervan overtuigd dat er uitwegen uit de impasse bestaan en dat we die dringend moeten inslaan.

Image

 

Brussel, 29 januari 2019

 

BVAS wenst te reageren op de recente verklaringen in de Franstalige media over de RIZIV-quota en de eventuele noodzaak om een tweede filter in te bouwen in de vorm van een attest van contingentering aan het eind van de studies. We zijn ervan overtuigd dat er uitwegen uit de impasse bestaan en dat we die dringend moeten inslaan.

 

Een vergelijkend ingangsexamen in het Franstalige landsgedeelte invoeren, nadenken over een hervorming van de studies door een bachelor in biomedische wetenschappen in te richten, een rechtvaardige regulering van artsen afkomstig uit het buitenland uitwerken en de huisarts herwaarderen zijn enkele van onze voorstellen. Laten we er eens dieper op ingaan.

 

Eerst en vooral zijn wij ervan overtuigd dat een filter op de studies noodzakelijk is. Elk jaar zijn er in België 10.000 deelnemers aan het examen.  Omwille van de kosten en de kwaliteit van de opleiding is het onmogelijk om zoveel studenten op te leiden. Zelfs al zou slechts een derde van deze studenten het einde van de studies halen, dan nog zou dat een overaanbod creëren, een risico op een daling van de kwaliteit van de zorg voor de patiënten en een meerkost voor de sociale zekerheid.  

 

Deze filter zal alleen efficiënt zijn als hij gebaseerd is op correcte en dynamische gegevens. In dat opzicht verwelkomen en respecteren wij het werk van de Planningscommissie die in haar planningsmodel een hele reeks elementen heeft geïntegreerd zoals feminisering, het deeltijds werken, de pensionering, de niet curatieve artsen, enzovoort.

 

Het ingangsexamen zoals minister Marcourt het vandaag voorstelt voor de Franstalige gemeenschap, respecteert de cijfers van de Planningscommissie niet aangezien er 1.140 studenten geslaagd zijn terwijl er 505 plaatsen beschikbaar zijn. Zelfs al houden we rekening met een gemiddelde uitval van 15% dan nog is het risico op een overmaat aan studenten groot. Daarom denken we dat minister Marcourt op korte termijn, voor juni 2019, verplicht is een vergelijkend ingangsexamen in te voeren om te vermijden dat het aantal overtallige studenten aan het eind van de studies nog toeneemt.

 

Op middellange termijn is reflectie nodig over de hervorming van de toegang tot de studies.  Bij voorbeeld onder de vorm van een bachelor in biomedische wetenschappen, zoals voorgesteld door de CIUM (comité interuniversitaire des étudiants en médecine). Een werkgroep van de Vlaamse gemeenschap en van de Federatie Wallonië-Brussel kan zich hierover buigen zodra een nieuwe regering gevormd is, en het federale niveau uitnodigen voor overleg in de interministeriële conferentie.

  

Daarnaast moet voor artsen afkomstig uit het buitenland een rechtvaardige regulering uitgewerkt worden, die rekening houdt met het vrije verkeer van personen in Europa. Wat dat betreft, steunen we het idee van een voorafgaandelijk examen voor de buitenlandse collegae, bestaande uit een luik kennis van de taal en een luik over de kennis van het Belgisch gezondheidszorgsysteem.

 

Tot slot willen wij de inspanningen voor de herwaardering van de huisartsen versterken en hun vestiging in zones met een gebrek aan huisartsen ondersteunen. We vragen dat de Federatie Wallonië-Brussel haar beleid voortzet om de subquota voor huisartsen open te stellen om het aantal huisartsen te verhogen en om elk initiatief te benutten die dit beroep haar adelbrieven teruggeeft.    

 

Er bestaan uitwegen uit de impasse. Laten we dringend tot actie overgaan!

 

Dr. Marc Moens

Voorzitter BVAS

 

Dr. Caroline Depuydt

Lid raad van bestuur BVAS, afdeling Brussel

 

Dr. Jacques de Toeuf

Ondervoorzitter BVAS

 

 

Over BVAS

Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.

De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.

Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.