PERSBERICHT: Orde van Artsen: “Arts heeft behandelplicht maar niet ten koste van eigen veiligheid”
“De arts heeft een deontologische behandelings- en verzorgingsplicht. Bij een pandemie is het vervullen van zijn maatschappelijke rol primordiaal voor de gemeenschap. Dit betekent niet dat hij zijn eigen veiligheid en die van anderen buiten beschouwing moet laten.” Dat staat in de nieuwe COVID-19 richtlijn die de Orde publiceerde na een vraag van de BVAS.
Brussel, 19 maart 2020
BVAS richtte maandag een brief aan de Orde van Artsen met de vraag of artsen deontologisch verplicht zijn om bij patiënten een levensreddende behandeling in te stellen, wetende dat zij zelf blootgesteld zullen zijn aan een groot risico voor besmetting, met mogelijk ernstige gevolgen voor hun eigen gezondheid en leven.
Aanleiding voor de vraag van de BVAS was de grote ongerustheid, vooral bij artsen op de afdelingen intensieve zorgen, over het tekort aan beschermingsmateriaal. Zonder adequate bescherming is de kans op besmetting met SARS-CoV-2 voor de behandelend arts zeer groot en deze zieke artsen kunnen uiteraard niet meer ingeschakeld worden in de zorg, terwijl elke zorgverlener nu juist hard nodig is.
Het advies van de Orde volgde woensdag. Artsen hebben een deontologische behandel- en verzorgingsplicht en in tijden van een pandemie is het vervullen van hun rol voor de gemeenschap primordiaal, aldus de Orde. “Maar dat betekent niet dat ze hun eigen veiligheid en die van anderen buiten beschouwing moeten laten.” In geval er te weinig persoonlijk beschermingsmateriaal voorhanden zou zijn moet de arts de overweging maken of het gevaar voor eigen leven en dat van zijn naasten groter is dan het gevaar voor de patiënt.
- Klik hier voor de brief van de BVAS aan de Orde van Artsen
- Klik hier voor de COVID-19 richtlijnen van de Orde
Meer info: https://www.ordomedic.be/nl/home/
Dr. Philippe Devos, voorzitter BVAS
Dr. Marc Moens, erevoorzitter BVAS
Over BVAS
Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.
De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.
Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.