Nog te veel knelpunten in eindrapport New Deal
Het eindrapport van de reflectiegroep die de New Deal voor de huisartsgeneeskunde voorbereidt, telt 118 pagina’s. Het document werd gisteren in de medicomut voorgesteld. De artsensyndicaten hebben tot 20 maart de tijd om bemerkingen te formuleren.
Huisartsen zullen vrijwillig kunnen instappen in het nieuwe organisatie- en financieringsmodel, dat naast de huidige systemen zal bestaan. Het ‘New Deal’ financieringssysteem is een drieledig model waarin huisartsen voor 40 tot 45% per capita betaald worden, voor 40 tot 45% per prestatie en voor 10 tot 15% via premies voor praktijkondersteuning, kwaliteit en beschikbaarheid.
Onze delegatie in de medicomut formuleerde gisteren al meteen een aantal knelpunten. Het kan niet de bedoeling zijn dat huisartsen die vrijwillig naar het nieuwe financieringsmodel overschakelen er een deel van hun inkomen bij inschieten. We vragen sluitende garanties dat alle financieringsmodellen budgettair evenwaardig zullen zijn.
Daarnaast rijst de vraag waarom de premies voor bijvoorbeeld praktijkondersteuning alleen voorzien worden voor huisartsen die zich tot de New Deal bekeren. We dringen aan om de financiering voor een praktijkassistent, verpleegkundige of manager open te trekken naar huisartsen in het prestatiegebonden model.
Dat de New Deal alleen openstaat voor geconventioneerde huisartsen kan niet door de beugel. Frank Vandenbroucke heeft het niet begrepen op de keuzevrijheid van artsen om al dan niet de conventietarieven te volgen. Omdat hij de notie van ‘deconventie’ niet zomaar kan afschaffen, dirigeert hij de artsen met zachte dwang in de richting van een gedwongen conventionering.
Het is een doorzichtige strategie die voor BVAS onaanvaardbaar is. We vragen om de New Deal ook open te stellen voor niet-geconventioneerde artsen.
Dr. Johan Blanckaert, voorzitter BVAS
Dr. Luc Herry, ondervoorzitter BVAS
Dr. Jos Vanhoof, bestuurslid BVAS
Klik hier voor het eindrapport:
Over BVAS
Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.
De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.
Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.