Nieuw medisch interventieplan aangepast aan terroristische aanslagen - FOD Volksgezondheid
De FOD Volksgezondheid presenteerde op een symposium van de Wereldgezondheidsorganisatie het nieuw medisch interventieplan dat aangepast is aan terroristische aanslagen.
Medisch interventieplan
Het medisch interventieplan (MIP) organiseert de medische hulpverlening bij rampen en incidenten met veel slachtoffers. In 2009 is dit medisch interventieplan uitgewerkt voor de aanpak van grote noodsituaties die zich op één bepaald moment en op één bepaalde locatie afspelen. Denk daarbij aan een zwaar treinongeval of een ernstige kettingbotsing met een veel slachtoffers.
In het plan staan de alarmeringsdrempels voor het afkondigen van een MIP, het medisch personeel en materieel dat ter plaatse moet worden gestuurd, de modaliteiten voor het opschalen of afschalen van de hulpverlening, de hiërarchische structuur en de communicatielijnen tussen de hulpverleners.
Na de aanslagen in Parijs van 13 november 2015 bleek al snel dat het Belgische medisch interventieplan niet voldoende aangepast was aan de complexiteit van een terroristische aanslag. Terroristische aanslagen proberen om medische systemen te destabiliseren door in een korte tijdspanne incidenten te plegen op verschillende locaties. Dit soms in een klein geografisch gebied zoals een stad, waardoor de medische hulpverlening plaatselijk overbelast raakt.
Vanuit die bezorgdheid ging een werkgroep van experten aan de slag en tekende de krijtlijnen uit voor een aangepast medisch interventieplan dat rekening houdt met grote incidenten op verschillende en soms dicht bij elkaar gelegen locaties. Het plan kreeg de naam “Maxi MIP”. De diensthoofden van de medische hulpdiensten in ons land bespraken het aangepaste medische interventieplan tijdens een workshop in maart 2016.
Toen enkele weken later, op 22 maart 2016, de luchthaven in Zaventem en metrostation Maalbeek in Brussel getroffen werden door een dubbele aanslag, is bij de aanpak van deze rampsituatie succesvol gebruik gemaakt van de kennis en inzichten die verzameld werden in het nieuwe Maxi MIP. Dit is later bevestigd door de parlementaire onderzoekscommissie die de hulpverlening aan een grondige audit heeft onderworpen.
De aanslagen in Zaventem en Maalbeek hebben ook nieuwe inzichten opgeleverd die meteen opgenomen zijn in het plan. Ook de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie werden ondertussen verwerkt in het nieuwe Maxi Mip.
De belangrijkste wijzigingen zijn:
• een betere definiëring van begrippen en te ondernemen acties
• een uitbreiding van de alarmeringsdrempels voor het opschalen van de hulpverlening bij grotere incidenten en dit in 2 trappen: een ‘uitgebreid MIP’ en een ‘maxi-MIP’
• een betere link tussen het medisch interventieplan (MIP) en het psychosociaal interventieplan (PSIP)
• oog voor de aflossing van personeel bij langdurige inzet en voor de psychosociale hulp aan de hulpverlener na de inzet bij een incident
• een fijnere uitwerking van de hiërarchische structuur en de communicatielijnen tussen de hulpverleners van de medische keten
Europees overleg
De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) heeft van 17 tot 19 januari een symposium in Brussel georganiseerd over medische en psychosociale hulpverlening bij terreur. De WGO en vertegenwoordigers van een aantal Europese landen hebben informatie en ervaringen uitgewisseld over de aanpak van dergelijke incidenten. De expertise, aanvullingen en verbeterpunten van de internationale experten zijn geïntegreerd in het Belgische medisch interventieplan zodat ook lessen getrokken worden uit ervaringen in het buitenland . Minister van Volksgezondheid Maggie De Block heeft op de laatste dag van het symposium het nieuw medisch interventieplan officieel voorgesteld.
De vertegenwoordiger van de WGO heeft in zijn uiteenzetting in Brussel de Belgische minister van Volksgezondheid gefeliciteerd met het Maxi Mip dat wereldwijd als een goede praktijk en voorbeeld beschouwd mag worden.
Bron: FOD Volksgezondheid
Over BVAS
Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.
De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.
Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.