MAHA-analyse brengt impact Covid-19 op financiën ziekenhuizen in kaart
23 november 2020
43% minder activiteit
De ziekenhuisnoodplannen die worden geactiveerd, hebben een substantiële impact op de normale activiteit van een ziekenhuis, waardoor heel wat inkomsten wegvallen. Zo zakte het aantal consultaties tijdens het eerste ziekenhuisnoodplan (van 16 maart tot 5 mei 2020) naar 43 procent van de normale activiteit. Het aantal totale opnames viel in die periode terug naar 59 procent. Tegelijkertijd zien we het aantal ligdagen minder snel dalen, omdat een Covid-19-patiënt langer in het ziekenhuis verblijft.
Opvallend is dat de tweede golf Covid-19-besmettingen – waarbij een nieuw ziekenhuisnoodplan werd opgestart vanaf 5 oktober 2020 – veel belastender is voor de ziekenhuizen dan de eerste golf in het voorjaar. Er zijn meer opnames en ook meer op de intensieve zorgen. Daar waar de kracht van de pandemie in het voorjaar grote regionale verschillen vertoonde, waardoor niet alle ziekenhuizen even hard werden getroffen, zien we nu een hoge intensiteit over het hele grondgebied. Geen enkel ziekenhuis ontspringt de dans.
Om de financiële impact te becijferen, hield Belfius een steekproef bij 25 algemene ziekenhuizen en 6 universitaire ziekenhuizen. De financiële resultaten uit het eerste semester van 2020 werden vergeleken met die van 2019. In die resultaten kwamen ook die van een enquête van de sectorfederatie Zorgnet Icuro onder 33 ziekenhuizen in verband met de activiteit tijdens het eerste halfjaar.
Meerkosten en minderopbrengsten: omzet krimpt met 8%
Ziekenhuizen werden geconfronteerd met substantiële meerkosten. Ze kochten beschermingsmateriaal aan, ze haalden interim-krachten in huis, ze pasten hun infrastructuur aan om Covid-19-patiënten van de andere te scheiden... Tegelijkertijd namen bepaalde kosten af. Zo vielen farmaceutische aankopen terug, werkte de facturatiedienst op halve kracht, moest er minder voeding worden aangekocht enzovoort. Langs de opbrengstenzijde konden dokters minder vaak honoraria aanrekenen voor onder meer operaties en consultaties. Er waren ook minder inkomsten voor de farmacie en de betalende parkings van de ziekenhuizen stonden grotendeels leeg.
Al deze meerkosten en minderopbrengsten wegens de daling van de normale activiteit, deden de omzet tijdens het eerste half jaar gemiddeld met 8,1 procent krimpen. Het zijn vooral de sterke afnames van de honoraria en de farmaceutische omzet die deze tendens verklaren.
De stijging van de personeelskost blijft tijdens het eerste semester gemiddeld genomen relatief beperkt. Een deel van het personeel werd langdurig ziek of nam ouderschapsverlof op. In de eerste periode van het ziekenhuisnoodplan deden bepaalde ziekenhuizen ook, in beperkte mate, beroep op tijdelijke werkloosheid.
Negatief courant resultaat: -11%
De bevraagde ziekenhuizen (algemene en universitaire) eindigen met een negatief courant resultaat van 5,6 procent in verhouding tot de omzet. En als we de tweede zwaardere golf besmettingen hierbij tellen, zien we dat dit negatief courant resultaat zelfs uitdiept tot wel 11,2 procent ten opzichte van de omzet.
De algemene en universitaire ziekenhuizen realiseren samen een omzet van om en bij de 20 miljard euro.
Dit betekent potentieel een courant verlies van meer dan 2 miljard euro voor de volledige sector.
Uiteraard moeten deze cijfers met grote omzichtigheid worden benaderd, maar ze geven alleszins een indicatie van het bijzonder grote verlies dat de ziekenhuizen moeten dragen. Belangrijke opmerking hierbij is dat de compensaties van de federale overheid en de gewesten en gemeenschappen niet mee zijn opgenomen in deze berekening.
Wat de overheid doet om te helpen
2 miljard euro thesaurievoorschot: Tijdens de eerste Covid-19-golf werd al snel duidelijk dat de ziekenhuizen financieel in moeilijkheden kwamen door het terugvallen van de normale activiteiten en de inkomsten hieruit, en door de meerkosten die de pandemie met zich mee bracht. De federale overheid ageerde tijdens de eerste golf en beloofde een bedrag van 2 miljard euro thesaurievoorschot, waarvan een afrekening volgt. Daarvan werd 1 miljard gestort in de eerste jaarhelft en twee keer 500 miljoen euro in juli en oktober.
Forfaits uitzonderlijke meerkosten: De federale overheid engageert zich om de uitzonderlijke meerkosten door Covid-19 zoals individueel beschermmateriaal (maskers etc), beademingstoestellen, extra wachtdiensten, de Covid-testen, extra verzekeringen enz. te vergoeden. Om een inschatting te kunnen maken van deze kosten hield de FOD Volksgezondheid twee enquêtes om een aantal forfaits te kunnen bepalen voor dit soort extra uitgaven.
Compensatie misgelopen activiteiten: Er is een compensatie voor misgelopen activiteiten, zoals operaties die niet zijn kunnen doorgaan of farmaceutische producten die niet werden verstrekt. Daarnaast krijgen de ziekenhuizen ook de retrocessies van de honoraria die de artsen misliepen omdat zij voor Covid-19 insprongen. Deze vergoeding is gedeeltelijk: ze dekt momenteel enkel het gedeelte dat normaal gedekt wordt door de overheid.
Ook de meerkosten om extra capaciteit op de spoedafdeling en bij intensieve zorgen te verzekeren voor zowel Covid-19-patiënten als andere patiënten zulle n worden gedekt.
Open budget: als bij de afrekening blijkt dat er ziekenhuizen zijn die te weinig voorschot ontvingen, zullen ze een bijpassing krijgen. Zij die te veel kregen, zullen dit uiteindelijk moeten terugbetalen. Maar de federale regering verzekert wel dat het hier gaat om een open budget gaat.
Of deze steunmaatregelen voldoende zullen zijn om de verliezen van de ziekenhuizen te compenseren, zullen we pas weten in 2023, klinkt het nog tijdens de voorstelling van de resultaten van de MAHA 2020 analyse van Belfius.
Klik HIER om de volledige resultaten van de MAHA-analyse 2020 te lezen.
Bron: Mediquality
Over BVAS
Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.
De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.
Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.