Kandidaat ‘Specialist van het Jaar’ Dr. Marc Moens, erevoorzitter BVAS: '28 ministers heb ik versleten'
"28 ministers heb ik versleten"
Tijdens zijn lange carrière werd Marc Moens met niet minder dan 28 ministers geconfronteerd. Het meeste indruk maakte Jean-Luc Dehaene (CD&V). Appreciatie omwille van zijn dossierkennis heeft hij ook voor Frank Vandenbroucke (sp.a).
Gezien zijn palmares is de nominatie van Marc Moens voor 'de Specialist van het Jaar' nauwelijks een verrassing. Een mensenleven lang, sinds 1988, verdedigt hij dokters. Moens rolde erin als voorzitter van de beroepsvereniging van klinisch biologen. Vanaf 1990 ging hij gedurende 27 jaar breder als secretarisgeneraal van het VBS. Vier mandaten van drie jaar presideerde de Mechelse arts, alternerend met Jacques de Toeuf en Roland Lemye, ook de BVAS.
Beroepshalve was Marc Moens 40 jaar en 3 maanden klinisch bioloog/hematoloog in het Imeldaziekenhuis in Bonheiden. "Ik deed puncties en biopsies altijd zelf, legde het goed uit en kaderde de ingreep. Communicatie is belangrijk. Ook de verstandhouding met de meer dan 50 medisch laboratoriumtechnologen en verpleegkundigen en met de zes collega's was doorgaans goed." Een kleine KMO brengt heel wat organisatie, personeelsbeleid en technologische ontwikkelingen met zich mee. "Gezien mijn vele activiteiten buitenshuis was ik adjunct-diensthoofd. Altijd heb ik geprobeerd mensen correct en naar waarde te schatten."
Goed duo
Steevast haalde dokter Moens het hoogste aantal stemmen bij verkiezingen voor de Medische Raad. "Ook hier was ik door tijdsgebrek gedurende 15 jaar 'slechts' ondervoorzitter. Als kernlid onderhandelde ik wel met de raad van beheer en de directie." De boodschap voor de artsen was natuurlijk niet altijd even aangenaam. "Soms moesten we wel eens een klein atoombommetje ontmantelen. Dat lukte, op een constructieve manier."
Van de Medische Raad naar de beroepsverdediging is een kleine stap. Ook bij het VBS was communicatie erg belangrijk. Marc Moens deed dat via zijn bekende jaarverslagen, het VBS-blad, communiqués en mondeling. "Zo trachtte ik mensen te overtuigen en op één lijn te krijgen. Als (onder)voorzitter van de Bvas had ik veel steun aan Jacques de Toeuf. We vormden een goed duo. Dat we nog steeds het grootste syndicaat zijn, heeft met communicatie en onze goede reputatie te maken." Overigens is dokter Moens tevreden dat hij binnen de Bvas in een danig versnipperd land Frans- en Nederlandstaligen, huisartsen en specialisten kon samenhouden.
Quota
Eens syndicalist altijd syndicalist. Dokter Moens benadrukt dat hij pal achter de contingentering blijft staan. "Ook binnen de Bvas is het lastig om hierover te communiceren, men beschouwt dit als een Vlaams standpunt. Het primum movens is echter kwaliteit. Een beperkt aantal studenten kan je goed opleiden. Met 1.000 eerstejaars zoals in Franstalig België is dat onmogelijk. Om het met een boutade uit de diergeneeskunde te zeggen: 'er zijn te weinig dieren om alle dierenartsen onderzoek te laten doen...'"
De trojka ingangsexamen, numerus clausus en quota blijft de beste oplossing, stelt hij "Als er al 'penurie' zou zijn dan houdt dit verband met de financiële onaantrekkelijkheid van sommige disciplines en met de 38-urenweek die sommige jonge artsen willen. Dat bestond vroeger niet. De planningscommissie houdt daar trouwens rekening mee." Het moet Moens wel van het hart dat de mentaliteit van die jonge artsen hem irriteert. "Ik begrijp dat men een goede worklife-balans nastreeft maar geneeskunde stopt nooit. Wie 38 uur of minder wil werken, moet een 'bureaujob' zoeken. Wachtdiensten en abnormale werkuren zijn inherent aan het vak van arts."
Dehaene
Van de 28 ministers die Marc Moens gedurende al die jaren 'versleet' maakte Jean-Luc Dehaene de meeste indruk. Appreciatie heeft hij voor de dossierkennis van Frank Vandenbroucke. Op huidig minister De Block (Open VLD) en Magda Aelvoet (Groen) na, ging dokter Moens altijd in de clinch met socialistische excellenties.
"De portemonnee van De Block blijft veel harder toegeknepen dan onder haar socialistische collega's. Deze legislatuur bespaarden we een miljard, dat is gigantisch. Met een kwinkslag stelt hij: "Als arts/vrije beroepsbeoefenaar zou je best liberaal denken, maar als het om de centen gaat zou je best socialistisch stemmen..." Al geeft hij toe dat de medezeggenschap van de artsen in de netwerken er onder een socialistisch minister nooit zou gekomen zijn.
De ideale mens
Minder geweten is dat dokter Moens ook toegepast wetenschappelijk onderzoek verrichtte. "In de geest van Imelda publiceerden we regelmatig in buitenlandse vaktijdschriften. Recent zette ik als voorzitter van de commissie klinische biologie in de Technisch Geneeskundige Raad nog mee mijn schouders onder de NIPT en de moleculaire diagnostiek. Na de UZ's was Imelda trouwens één van de eerste ziekenhuizen om de NIPT toe te passen. Ons lab was ook al vroeg geaccrediteerd."
Tot slot werpt dokter Moens nog een blik in de toekomst. Alle (r)evoluties ten spijt blijft menselijk contact voor hem essentieel in de geneeskunde. "De impact van robotisering, informatisering en AI in gegevensverwerking is gigantisch. Maar ultiem beslist de arts in overleg met de patiënt hoe de ziekte wordt aangepakt."
Hij wijst ook op het enorme potentieel van de moleculaire genetica. "Een relatief beperkte ingreep in de chromosomen laat bijvoorbeeld toe mucoviscidose aan te pakken. Grote waakzaamheid is echter geboden. Genezing en verbetering, ja. Het mag echter niet uitmonden in pogingen om de ideale mens te creëren."
Tussen 1 en 22 november kan u uw stem op de specialist van uw keuze uitbrengen.
Wie het meeste stemmen haalt, wint.
Bron: Artsenkrant
Over BVAS
Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.
De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.
Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.