Hoe viraal kan het gaan? Hersenkronkels in deze nieuwe samenleving. (Dr. Alin Derom)
In een vrije tribune in De Specialist laat Dr. Alin Derom (BVAS) als extramuraal klinisch bioloog zijn licht schijnen over de huidige disruptie door COVID-19. Plots ontdekken sommigen weer het (klinisch) nut en het belang van de klinisch bioloog. Hij analyseert ook de verhouding tussen gezondheid en economie en vraagt zich af of we die niet moeten her-ijken.
Nog nooit in mijn carrière heb ik zoveel tegenstrijdige stromen zien botsen. Als klinisch bioloog, in mijn geval extramuraal, zijn we gewoon om de consulterende arts te helpen met de beschikbare testen en technieken. Jarenlange ervaring, duidelijke en uitgebreide evaluaties.
En dan komt hier de deus ex machina, SARS-CoV-2, bij de meesten beter gekend als het coronavirus, de verwekker van COVID-19, de CoronaVirus19 (disease) ziekte. Op vrijdag 10 januari 2020 lees ik in “De Morgen”: “Longziekte in China kan nieuw coronavirus zijn”. Negen dagen later lees ik dat Leuven hiervoor een test ontwikkeld heeft. En sedertdien dagelijks in het nieuws. Nieuws dat viraal gaat …
We schrijven nu 31 maart, tien weken verder en wat is de status? Vele laboratoria voeren moleculaire testen uit voor het opsporen van COVID-19, met de nodige materiële en humane investeringen (letterlijk en figuurlijk), overuren en creatieve maar kwaliteitsvolle procedures. En allen met één doel voor ogen: “Zo snel mogelijk de burger kunnen geruststellen of als corona-patiënt identificeren”.
Maar dat gaat niet zonder kleerscheuren. Opzetten van nieuwe procedures, niet enkel voor de testen maar ook voor de afname, veiligheid, vervoer, reagentia, rapportering naar Sciensano,… een hele karavaan van procedures die dankzij het bestaand intern laboratoriumkwaliteitssysteem vlot opgesteld worden.
Sedert de social distancing van 13 maart en de lock-down van 18 maart zitten alle laboratoria met enerzijds heel wat minder reguliere aanvragen (dalingen van 60% of meer) en moeilijkere werkomstandigheden, maar anderzijds ook met de urgente stroom van COVID-19 opsporingen die soms even moeten wachten door te weinig reagentia, afnamemateriaal of beperkte capaciteit. Capaciteit schijnt op iedereens lippen te liggen. Bovendien verschijnt er vlak voor de lock-down het koninklijk besluit van 17 maart 2020 dat voor 6 maanden het meten of opsporen van COVID-19 antilichamen verbiedt. Volgens eigen interpretatie een overreactie op beschikbare maar minder kwalitatieve antilichaamtesten. Alsof de erkende laboratoria het kaf van het koren niet kunnen scheiden.
Voortschrijdend inzicht: klinisch bioloog heeft klinisch nut
Met pijn in het hart moeten we aanzien dat we vandaag niet de mogelijkheid hebben iedereen te testen die we als klinisch bioloog zouden willen testen, en dat is véél meer dan de personen die volgens de officiële gevalsdefinitie mogen getest worden. Meten is weten, en niet meten is … dom en gevaarlijk. Gelukkig heeft Sciensano op 26 maart het licht op groen gezet dat alle laboratoria de COVID-19 opsporing mogen uitvoeren. Maar welke testen…?
Een lichtpunt is dat ondanks minder aanvragen de klinisch biologen nu overuren doen, niet steeds door in te springen op spoed, maar door alle vragen die de collega’s hen nu stellen over de resultaten. Men begint nu (terug) in te zien dat een klinisch bioloog ook klinisch zijn nut heeft. Hij doet dan wel geen consultatie, maar toch ...
We beseffen heel goed hoe het er aan het front bij de patiënt aan toe gaat. We hopen dat de overheid en de algemene opinie misschien haar prioriteiten verlegt. Denk eens na. Wat is belangrijk: de economie of de gezondheid? En als u verwacht dat ik “gezondheid” wil horen als enig juiste antwoord dan zit u ernaast. Beiden zijn belangrijk, maar dan wel een economie in functie van de gezondheid. In plaats van te streven naar een jaarlijkse groei en inflatie van 2%, zou men moeten streven naar een jaarlijkse gezondheidsverbetering met 2% (of meer). Is het niet in de film: “The day the earth stood still” dat gezegd wordt: “Only at the precipice do we evolve”. We staan niet aan de afgrond, maar het scheelt niet veel. Mogen we hopen dat de politiek, de economie, de bevolking, inziet dat de huidige vorm van onze economie voltooid verleden tijd moet zijn. Geen gezonde bevolking ten dienste van de economie meer, maar een economie ten dienste van een gezonde bevolking. Men is goed en gezond bezig als men nog reserve heeft om meer aan te kunnen.
Before Corona, After Corona
Die reserve is nodig om een extra inspanning te leveren. Hoe wil men de bevolking gezond houden als men dagelijks het uiterste vraagt aan de werknemer, als men streeft naar een continue volledige bezetting van alle ziekenhuisbedden, geen nood ziet in (niet renderende) reserves. Overcapaciteit, slechts presteren tegen 90%, nu sparen ook als het zinloos lijkt en moeilijk gaat, en een langetermijnvisie mogen geen taboes meer zijn.
Helaas hangen we af van kortzichtige visies van een paar jaar, net genoeg om herkozen te worden of zelfs nog korteretermijnvisies om de volgende kwartaalcijfers te optimaliseren. Waar is de goede huisvader te vinden?
Waar staan jullie? Waar willen jullie naar toe? Misschien moeten we de termen BC & AC een nieuwe betekenis geven, namelijk Before Corona & After Corona.
Zullen we klaar staan wanneer, binnenkort, COVID 2.0 ons leven binnenkomt? Ik hoop van wel…
Bron: De Specialist
Over BVAS
Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.
De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.
Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.