Het vaccin van Johnson & Johnson krijgt groen licht van het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA)
BRUSSEL 11/03 - Het Europees geneesmiddelenagentschap (EMA) heeft het vaccin van Johnson & Johnson goedgekeurd. Dat meldt het agentschap donderdag op zijn website. Het is daarmee het vierde coronavaccin dat een goedkeuring krijgt van Europa.
Hoeveel doses?
Janssen had op 16 februari een voorwaardelijke markttoelating aangevraagd bij het EMA. Het vaccin moet nu wel nog een vergunning krijgen van de Europese Commissie, maar die laat meestal niet lang op zich wachten.
De Europese Unie heeft afspraken met Johnson & Johnson voor de aankoop van 200 miljoen doses, met een optie voor nog eens 200 miljoen.
België heeft 5,2 miljoen doses gereserveerd. Anders dan de andere coronavaccins die al op de markt zijn, is van het vaccin van J&J slechts 1 dosis nodig voor een optimale werking. Het kan ook op koelkasttemperatuur worden bewaard.
Het vaccin mag dan hier al ontwikkeld zijn, wij gaan er wel nog een tijd op moeten wachten. De procedure zal een pak trager zijn dan in de Verenigde Staten. De eerste leveringen in ons land worden midden april verwacht. België zal een grote rol spelen bij de verdeling ervan.
67% werkzaamheid
Uit de studie bij 44.000 proefpersonen bleek dat het vaccin 67 procent werkzaam is tegen COVID-19, vanaf 2 weken na de inspuiting.
Bij 116 van de 19.630 gevaccineerde proefpersonen (de andere helft kreeg een placebo, red.) werden wel nog milde symptomen vastgesteld na vaccinatie. Het vaccin zou bijna volledig beschermen tegen ernstige symptomen, ziekenhuisopnames en sterfte.
Vierde vaccin op de Belgische markt
Het vaccin van Janssen is het vierde dat groen licht krijgt voor de Europese markt. Eerder verleende de Commissie al vergunningen aan Pfizer/BioNTech, Moderna en AstraZeneca.
Twee weken geleden zette de Amerikaanse toezichthouder FDA reeds het licht op groen voor het vaccin. Volgens de FDA is het vaccin veilig en voor 72 procent effectief in de VS.
Bron: Mediquality
Over BVAS
Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.
De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.
Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.