Dubbelinterview Marc Moens en De Maeseneer: "Prestatiegeneeskunde of forfaitair systeem?"

6 juli 2021

Academicus Jan De Maeseneer (UGent) en artsenleider Marc Moens (BVAS) kennen elkaar al 45 jaar. Sinds hun studententijd staan ze rond gezondheidszorgthema’s vaak diametraal tegenover elkaar. “Toen we vroeger betoogden aan de universiteit, liep Jan symbolisch links van de straat en ik rechts”, grapt Moens. Ook vandaag debatteren ze nog scherp, maar hoffelijk. MediQuality interviewt hen driemaal over een heet hangijzer in de gezondheidszorg.

Image

Vandaag: Prestatiegeneeskunde of een forfaitair systeem: welk model leidt tot de beste zorg?'

De Maeseneer: "Ons wijkgezondheidscentrum in Ledeberg stoelt op een forfaitair financieringsmodel (een vast bedrag per patiënt per maand). Bovendien is iedereen er in loondienst. 40 jaar lang werkte ik prima samen met andere zorgdisciplines zoals maatschappelijk werkers, verpleegkundigen, gezondheidspromotoren. Het team stond garant voor kwaliteitsvolle, integrale zorg waarbij elke zorgverlener taken uitvoert volgens de eigen competenties. Fee for service stimuleert die logische taakverdeling en samenwerking te weinig. Iedereen werkt op zijn eilandje en redeneert: als ik het niet doe, doet iemand anders het.

"Prestatiegeneeskunde is echt niet meer van deze tijd. We moeten evolueren naar een meer geïntegreerde financiering. Het inkomen van een huisarts zou bijvoorbeeld voor 60% uit een forfaitair bedrag kunnen bestaan en 30% uit prestaties. Om de kwaliteit van zorg maximaal te bevorderen zou ik de laatste 10% koppelen aan kwaliteitsdoelstellingen."

Moens: "25% van de zorg op de eerste lijn wordt vandaag al vergoed via forfaits. De 60% die Jan voorstelt, gaat voor mij te ver. Je moet altijd proberen om uit alle kwalen de minst erge te kiezen. Voor mij is dat nog steeds prestatiegeneeskunde. Zorgverstrekkers betalen per prestatie motiveert hen. Het laat hen net dat tikkeltje meer doen. Omgekeerd leidt een forfaitair loon tot luiere zorgverstrekkers. Of je nu veel werkt of niet, het verandert niets aan je inkomen."

In het Verenigd Koninkrijk krijg je pas een arts te zien als je bijna dood bent.

Dr. Marc Moens

Creëert een forfaitair systeem wachtlijsten?

De Maeseneer: "Neen. Geïntegreerde betaling leidt niet tot luiheid. Beide systemen zetten voldoende aan tot verantwoordelijkheid. Als arts heb je de bovendien de ethische plicht om mensen te helpen."

Moens: "Vertel dat maar eens aan enkele van m'n familieleden die in het Verenigd Koninkrijk wonen. Als je daar een dokter wil raadplegen moet je eerst voorbij een norse medewerker aan de balie, waarop je vervolgens een nog norsere verpleegkundige voor je krijgt. Pas als je bijna dood bent, krijg je misschien een arts te zien. Zij ondervinden aan de lijve welke nefaste gevolgen een forfaitair systeem heeft. De wachtlijsten zijn er endemisch."

"Ook dichter bij huis zie je de potentiële nadelen en zelfs gevaren van een forfaitair systeem. In Luik stierf een meisje aan het meningokokkenvirus omdat een arts uit het medisch huis het niet de moeite vond om thuis bij het kind langs te gaan. Haar moeder had via de telefoon nochtans doorgegeven dat ze koorts had. In zo'n medisch huis werken artsen op forfaitaire basis. Waarom zou je na 17u nog iets doen als het geld toch binnenkomt? Ik weet dat dit casuïstiek is, maar als je pleit voor een model waarin artsen als staatsambtenaren betaald worden, verhoog je mee het risico op dergelijke drama's."  

De Maeseneer: "Ik ken die concrete casus niet en kan dus geen commentaar geven. Maar ik betwijfel of je de passiviteit van een arts kan toeschrijven aan het systeem waarin hij werkt. De drive om in te grijpen en een huisbezoek te doen, heeft volgens mij weinig te maken met de vraag of daar een concreet honorarium tegenover staat. Ik heb zowel in de prestatiegeneeskunde als in wijkgezondheidscentra gewerkt. In beide modellen zag ik gemotiveerde en minder gemotiveerde artsen. Zo'n drama wortelt meer in de laakbare instelling van bepaalde artsen en hun onvermogen om een onderscheid te maken tussen wat ‘pluis' en ‘niet pluis' is. In deze casus had de betrokken arts moeten reageren op het telefoontje van die moeder. Maar dat is volgens mij een individuele verantwoordelijkheid, geen kwestie van hoe je iemand betaalt."

Ik wil niet terechtkomen in logge overlegorganen waar men veel discussieert en koffiedrinkt, ten koste van patiëntenzorg.

Dr. Marc Moens

Waarom kunnen we niet verder met prestatiegeneeskunde, dr. De Maeseneer?

"De bevolking wordt steeds ouder, wat de zorgnoden complexer en chronischer maakt. Een groeiende groep senioren kwaliteitsvolle, integrale zorg bieden, veronderstelt dat zorgverleners structureel samenwerken. Het huidige systeem vergoedt samenwerking te weinig waardoor professionals nog geregeld naast elkaar werken. Het globale overzicht ontbreekt vaak. Zo gaat er belangrijke informatie verloren. Ik pleit voor multidisciplinaire zorgteams die hun informatie uit het elektronische dossier, hun expertise en kennis delen met elkaar en op die manier de patiënt in zijn geheel benaderen. Vaste overlegmomenten stroomlijnen daarbij een optimale taakverdeling."

Samenwerking stimuleren door ze structureel te verankeren en vergoeden. Akkoord dr. Moens?

Moens: "Ik wil niet terechtkomen in logge overlegorganen waar men veel discussieert en koffiedrinkt, ten koste van patiëntenzorg. Overleg kan zeker nuttig zijn, maar als je dit institutionaliseert is iedereen na verloop van tijd bezig met aftoetsen en afwegen wat de beste zorg is voor patiënt x of y, zonder effectief over te gaan tot zorg. Het RIZIV experimenteerde de laatste jaren met een bredere toepassing van pluridisciplinaire zorgteams. Men investeerde 12 miljoen euro in enkele projecten maar dat leverde nauwelijks iets op. Wordt de patiënt er beter van? En haal je er winsten uit die je vervolgens elders kan investeren? Het blijven open vragen. Patiënten zijn bovendien geen vragende partij voor dit systeem."

De Maeseneer: "Forfaitarisering als hefboom tot intensievere samenwerking, is nochtans de toekomst, Marc. In 2014 schaarden een meerderheid van Vlaamse en Waalse academici zich voor de eerste lijn achter een verdeelsleutel van 60% van het inkomen per patiënt, 30% vergoeding voor prestaties en 10% voor kwaliteit. Die consensus kwam tot stand in het rapport ‘Together we change' (2015) waaraan ikzelf meeschreef. Maar ook in de rest van de wereld organiseert men de zorg steeds vaker op basis van geïntegreerde financieringsmodellen."

Moens: "In úw wereld misschien. Ik vind het vooral een ideologisch, socialistisch concept. Dat soort systemen maken furore omdat ze goedkoop zijn. Je ziet inderdaad dat het Verenigd Koninkrijk veel minder uitgeeft aan gezondheidszorg dan België. Maar daar moet je wel 2 tot 3 jaar wachten op een heupoperatie. Dat is toch geen goede zorg?"

Auteur: Thomas Detombe

Bron: MediQuality

Over BVAS

Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.

De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.

Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.