De specialist® : Kabinet geeft details over portfolio artsen

18 april 2019

‘Portfolio’. Een concept waarmee u vertrouwd zult raken. Volgens de onlangs aangenomen kwaliteitswet gaat het om een verplicht hulpmiddel dat over twee jaar door de zorgprofessional zal worden gebruikt om te bewijzen dat hij over de nodige opleiding en ervaring beschikt. Enkele verduidelijkingen van het kabinet De Block

Image

 

‘Portfolio’. Een concept waarmee u vertrouwd zult raken. Volgens de onlangs aangenomen kwaliteitswet gaat het om een verplicht hulpmiddel dat over twee jaar door de zorgprofessional zal worden gebruikt om te bewijzen dat hij over de nodige opleiding en ervaring beschikt. Enkele verduidelijkingen van het kabinet De Block

 

"Het portfolio wordt een nieuwe kwaliteitsvereiste waaraan de gezondheidswerker uit 2021 moet voldoen", luidt het. We vertrekken van een systeem waarbij "de instrumenten voor kwaliteitsborging beperkt waren tot een visum en mogelijk tot de erkenning" (en met - in bepaalde disciplines - een gestructureerde en gereguleerde continue vorming). En we gaan naar een situatie waarin het portfolio de houder toelaat om "aan te tonen dat hij competent is om kwaliteitsprestaties te leveren".

 

Deze competentie bewijzen is de primaire rol van het portfolio, waarvan "noch de vorm, noch de structuur van de inhoud wettelijk is bepaald. Het wordt echter bij voorkeur in elektronische vorm gegoten. Kortom, het is een e-portfolio, een "cyberfolio", dat wordt aangemoedigd.

 

Maar wat hoort er inhoudelijk in? "Bijvoorbeeld: visum, accreditatie, certificaten van bijscholing, documentatie van permanente educatie, wetenschappelijk werk in het professionele veld, speciale klinische expertise, mate van activiteit, ervaring in de diagnose en / of bijzonder complexe therapie", somt het kabinet op. "Het portfolio gaat veel verder dan het statische visum. Andere documenten kunnen ook worden opgenomen, zoals lidmaatschap van een Orde, een vereniging, afsluiten van een verzekering ...

 

Controles

Een gezondheidswerker kan zijn eigen portfolio structureren: het bevat persoonlijke gegevens en is daarom zijn eigendom, voegt men er nog aan toe bij Maggie De Block. "Maar wetenschappelijke en professionele verenigingen kunnen ook aanbevelen hoe men het portfolio moet bijwerken. Als de arts het toestaat, kan een ziekenhuis hem helpen zijn dossier bij te houden. "

Aan welke controle (s) wordt het portfolio onderworpen? "De gezondheidsinspecteurs van de FOD Volksgezondheid hebben toegang tot het portfolio, bijvoorbeeld tijdens een inspectie. Het kan ook worden aangevraagd als reactie op een incident of medische fout. Het is daarom belangrijk om het te updaten, zodat men altijd zijn competentie kan aantonen voor de desbetreffende prestaties. "

 

De ene specialist is de andere niet

Stel: een anesthesist richt zich uitsluitend op pasgeborenen. Dan kan dat bijvoorbeeld in zijn portfolio worden gedocumenteerd. De overheid hoeft bij ministerieel besluit geen speciale titel voor deze activiteit te organiseren. "Als anesthesiologen bijna uitsluitend zeer jonge kinderen anestheseren, verliezen ze andere vaardigheden, bijvoorbeeld complexe anesthesie tijdens een transplantatie. Als de anesthesist geen transplantatie-ervaring bezit in zijn portfolio, is hij / zij mogelijk niet competent genoeg en wordt van hem verwacht dat hij dit niet doet tenzij in extreme noodsituaties wanneer niemand anders beschikbaar is."

 

Registreer uw wachtactiviteit

Het kabinet voegt daaraan toe dat "het portfolio ook kan worden gebruikt om aan te tonen hoe de verplichting van continuïteit en permanentie wordt gerespecteerd". Ter illustratie:  "U kunt aangeven met welke collega’s of ziekenhuizen u werkt om de zorgcontinuïteit voor elke patiënt te waarborgen. (...) En ook in welk samenwerkingsverband je functioneert voor de wachtdienst. "

 

Het kabinet voegt er tot slot nog aan toe dat "voor artsen en tandartsen accreditatie nog steeds bestaat".

 

Bron : De specialist®

 

 

Over BVAS

Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.

De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.

Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.