BVAS wil teleconsultatie behouden
Het Verzekeringscomité van het RIZIV keurde voor 2025 een pakket besparingen op de artsenhonoraria van in totaal 73,38 miljoen euro goed. Die besparingen zijn nodig om de groeinorm en de indexering van de artsenhonoraria te kunnen behouden.
Met de opschorting van de teleconsultatie vanaf januari 2025 rekent het RIZIV op een besparing van 68,40 miljoen. De maatregel komt er omdat bij de invoering ervan in 2020 was afgesproken dat de teleconsultatie “budgetneutraal” zou zijn. De vastgestelde overschrijding zou hoofdzakelijk op rekening van een beperkt aantal outliers komen.
Op 21 oktober spreekt de Algemene Raad zich uit over het besparingsvoorstel van het Verzekeringscomité. Op de eerstvolgende medicomut na de Algemene Raad zullen we een voorstel op tafel leggen om de financiering voor de teleconsultatie voort te zetten. BVAS zal de financiering van de teleconsultatie blijven verdedigen. Er zijn verschillende pistes mogelijk.
In tegenstelling tot wat dr. Marieke Geijsels van AADM in de medische pers beweert, is er helemaal geen akkoord over een forfaitaire vergoeding van de teleconsultatie vanaf 2025. De uitspraken van de AADM-woordvoerster in Artsenkrant zijn op z’n minst gezegd merkwaardig voor iemand die op de vergadering zelf de teleconsultatie niet verdedigd heeft.
Een forfaitaire oplossing is wat de ziekenfondsen willen. We stellen andermaal vast dat AADM zich niet opstelt als een syndicaat dat de belangen van de huisartsen verdedigt. AADM verdedigt de “oplossing” die hen door de ziekenfondsen en de overheid wordt ingefluisterd.
Omdat het belangrijk is het volledige plaatje te bekijken, komt BVAS volgende week met een meer onderbouwd standpunt over de teleconsultatie en het besparingsvoorstel van het Verzekeringscomité.
Dr. Johan Blanckaert
Voorzitter BVAS
Over BVAS
Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.
De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.
Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.