BVAS wil 19,5 miljoen euro uit index reserveren voor automatische verlenging van eGMD
De automatische verlenging van het eGMD zonder patiëntencontact brengt een jaarlijkse meeruitgave van 19,460 miljoen euro met zich mee, die vanaf 2020 begroot moet worden. Het directiecomité van de BVAS heeft dinsdag het licht op groen gezet om een deel van de indexmassa hiervoor opzij te zetten.
Brussel, 27 november 2019
De automatische verlenging van het globaal medisch dossier (GMD) zonder contact met de patiënt betekent vanaf 2020 een recurrente meeruitgave van 19,460 miljoen euro. Aangezien er geen bijkomend budget voorzien is om dit te financieren, heeft de BVAS beslist dat een deel van de indexmassa voor alle artsen met voorrang hieraan besteed moet worden.
Vanaf 1 januari 2021 zal het elektronisch globaal medisch dossier (eGMD) via MyCareNet de enige financieringsbron worden voor het beheer van het GMD. Bedoeling is de uitbetaling van het eGMD administratief eenvoudiger en transparanter te maken. Dat betekent dat er in 2021 een voorafbetaling van de GMD-honoraria zal gebeuren op basis van het aantal patiënten met GMD dat de ziekenfondsen eind december 2020 zullen hebben opgelijst.
Onafhankelijk van het feit of er in 2021 een contact was (consultatie en/of huisbezoek) zal dit bedrag aan GMD-honoraria op een nog te bepalen datum in 2021 aan de betrokken huisartsen overgemaakt worden. BVAS is het niet eens met het voorstel van andere syndicaten om het GMD-honorarium gespreid te betalen. BVAS wenst dat de eenmalige betaling behouden blijft.
Met deze beslissing van het directiecomité wil de BVAS haar engagement tegenover de huisartsen waarmaken. Het principe van een automatische verlenging zonder contact is voor de BVAS immers van essentieel belang, net zoals administratieve vereenvoudiging en transparantie rond het GMD.
Dr. Philippe Devos, voorzitter BVAS
Dr. Dirk Scheveneels, huisarts en ondervoorzitter BVAS
Dr. Luc Herry, huisarts en ondervoorzitter
Over BVAS
Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.
De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.
Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.