BVAS vraagt extra budget voor automatische verlenging GMD en verzet zich tegen gespreide betaling
In de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen van 25 september 2019 werd het dossier van de automatische verlenging van het globaal medisch dossier (GMD) zonder contact met de patiënt nogmaals besproken. Deze automatische verlenging betekent een recurrente meeruitgave van 19,5 miljoen euro vanaf 2020 die begroot moet worden. BVAS vraagt hiervoor een bijkomend budget.
Vanaf 1 januari 2021 zal het elektronisch globaal medisch dossier (eGMD) via MyCareNet de enige financieringsbron worden voor het beheer van het GMD. Bedoeling van dit project is de uitbetaling van het GMD administratief eenvoudiger en transparanter te maken.
Dat betekent dat er in 2021 een voorafbetaling van de GMD-honoraria zal gebeuren en dit op basis van het aantal patiënten met GMD dat de ziekenfondsen eind december 2020 zullen hebben opgelijst. Onafhankelijk van het feit of er in 2021 een contact was (consultatie en/of huisbezoek) zal dit bedrag aan GMD-honoraria op een nog te bepalen datum in 2021 aan de betrokken artsen overgemaakt worden.
De drie representatieve artsenorganisaties zijn het unisono eens over dit principe. Kartel en AADM willen de betaling van dit bedrag echter spreiden over twee of meerdere tijdstippen. BVAS, als meerderheidssyndicaat, wenst een éénmalige betaling.
Waarom? Het GMD-honorarium is een honorarium voor het beheer van de medische gegevens van de Belgische burger door de huisarts. Als dat honorarium in twee (of meer) delen wordt betaald, betekent dit concreet dat het honorarium voor het openen van een GMD 15,5 euro zou worden. Bij een trimestriële betaling zou het 7,625 euro worden. Voor BVAS is dit onaanvaardbaar.
Het principe van een automatische verlenging zonder contact is voor BVAS van essentieel belang, net zoals de administratieve vereenvoudiging en de noodzakelijke transparantie rond het GMD.
Dr. Philippe DEVOS, voorzitter BVAS
Dr. Dirk SCHEVENEELS, ondervoorzitter BVAS
Over BVAS
Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.
De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.
Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.