BVAS-persbericht: Dokter VAN RANST laat weer van zich horen

26 april 2014

Toen hij verantwoordelijk was voor het beheer van H1N1 bij het Onkelinx kabinet, werd Dokter Van Ranst berucht vanwege zijn verklaring over de huisartsen die naar zijn mening niet bevoegd waren om de behandeling noch de vaccinatie van de bevolking voor hun rekening te nemen. Vandaag recidiveert hij met...

Toen hij verantwoordelijk was voor het beheer van H1N1 bij het Onkelinx kabinet, werd Dokter Van Ranst berucht vanwege zijn verklaring over de huisartsen die naar zijn mening niet bevoegd waren om de behandeling noch de vaccinatie van de bevolking voor hun rekening te nemen. Vandaag recidiveert hij met lasterlijke en beledigende verklaringen. Nochtans hadden destijds de opvolging en de efficiënte betrokkenheid van de huisartsen aangetoond dat hij het bij het verkeerde eind had.

 

Hij denkt deze keer dat de huisartsen te veel huisbezoeken verrichten en dat de toestand onhoudbaar is. 

 

Eerst en vooral wensen te benadrukken dat de globale activiteit van de huisartsen, ongeacht het aantal huisartsen, stabiel blijft. Het aantal huisbezoeken daalt gestaag en wordt nauwelijks gecompenseerd door het aantal raadplegingen. Dit is één van de zeldzame stabiele elementen in het gezondheidszorgsysteem en één van de zeldzame activiteiten die geen bedreiging vormt tegenover de duurzaamheid van het systeem.

 

De beweringen van Dokter Van Ranst zijn paradoxaal, des te meer omdat de meeste economen de huisartsen willen gebruiken als een beheersinstrument van de uitgaven voor gezondheidszorg.

 

Wij zien het helemaal anders. Huisartsen spelen een sleutelrol die bijdraagt tot de kwaliteit van de zorg alsook tot het gepersonaliseerde en humane karakter ervan. Als hij deze zorg goedkoper wil maken, des te beter, maar indien er één sector is waar besparingen anti-constructief werken, dan is het wel die van de huisartsgeneeskunde.

 

Dr. Roland Lemye, Voorzitter BVAS.

Brussel, 23 april 2014

Over BVAS

Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.

De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.

Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.