Budget 2022 : marge van 211 miljoen (J. de Toeuf)

6 september 2021

Terug naar school voor iedereen: het Riziv levert interessante uitgavengegevens voor 2020-2021 ter voorbereiding van de begroting 2022. Wat met de artsenhonoraria?

Image

De begroting stelt een maximum vast voor de toegestane uitgaven. Ze is, voor het jaar t+1, samengesteld uit de in het jaar t uitgegeven bedragen, vermeerderd met de groeinorm (2,5%) en de indexering (prijsindexcijfer / kostenindexcijfer: 0,76%).

Het Riziv analyseert de uitgaven van het afgelopen jaar en maakt technische ramingen voor het komende jaar, waarbij rekening wordt gehouden met de ontwikkeling van het verbruik bij constante wetgeving. Er zijn twee sleutelperiodes: in juni is de eerste raming gebaseerd op het voorgaande boekjaar; in september omvat de herziene raming de uitgaven voor de eerste vijf maanden van het lopende jaar. Elk jaar worden preventieve besparingsmaatregelen opgelegd als de geraamde uitgaven de goedgekeurde begroting dreigen te overschrijden. De beschikbare gegevens zullen worden verduidelijkt door de herziene raming in september.

Voor 2022 is er tegen de huidige prijzen (inclusief de index) een positief saldo van 211 miljoen euro, wat betekent dat er een marge is die kan worden gebruikt voor sectorale herwaarderingen en vernieuwingen. Bovendien wordt volgens de regeringsverklaring een deel van de groeinorm (2,5% = 730 miljoen) bestemd voor innovatie en niet voor volumegroei. Komt nog bij dat deze berekeningen geen rekening gehouden met de uitzonderlijke COVID-uitgaven (1,2 miljard in 2021).

Wegens de grote behoefte op tal van vlakken in de gezondheidszorg, waaronder de artsenhonoraria, zou het zinvol zijn om een groot deel van de marge aan deze zorgaanbieders toe te wijzen. Dat is evenwel geenszins zeker.

De werkzaamheden zullen nog complexer worden in het licht van het tussentijds verslag over de meerjarenbegroting 2022-2024. De beschikbare marges zullen in 2023 nog toenemen. Met welk doel? Het Riziv heeft voor de gezondheidszorg prioritaire doelstellingen gekozen: financiële toegankelijkheid, preventie, zorgtrajecten, geïntegreerde zorg en geestelijke gezondheid. De meeste gekozen maatregelen om deze doelstellingen te bereiken, hebben weinig te maken met artsenhonoraria. Zullen zij worden gefinancierd uit een voorlopige begroting die uit de marge wordt gehaald, of post-hoc?

Bovendien willen de ziekenfondsen alle thema's activeren die de task force "doelmatige zorg" kreeg, zelfs die die niet in de studie van het "voorlopige verslag" zijn opgenomen: snelle tenuitvoerlegging van de hervormingen met het oog op besparingen, identificatie van de prestaties die moeten worden verbeterd. Dat is een merkwaardige houding, aangezien dezelfde ziekenfondsen de definitieve versie van het verslag hebben aanvaard, dat slechts enkele van de ongeveer honderd ontvangen thema's overnam. Afgezien van de meer dan twijfelachtige mogelijkheid om sommige voorstellen uit te voeren, zullen de ongeveer honderd projecten grondig moeten worden geanalyseerd: haalbaarheid, voor- en nadelen, perverse effecten, toegevoegde waarde, enz.

We verwachten derhalve een moeilijke periode, waarin over alles stevig en zelfs hard zal moeten worden onderhandeld.

Dr. Jacques de Toeuf

Bron: De Specialist

 

Over BVAS

Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.

De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.

Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.