Brief van de BVAS aan de co-formateurs

8 augustus 2014

De Zweedse coalitie die in de maak is staat voor grote uitdagingen. De BVAS is zo vrij de aandacht van de co-formatuers te vragen voor enkele specifieke punten, zeker in het vooruitzicht van de belangrijke besparingen die het land zal moeten realiseren.

1. Evidence based medicine en de niet-conventionele geneeswijzen
2. Regelgeving supplementen behouden
3. Financiering van de ziekenhuizen
4. Herziening reglementering liquidatiebonus
5. Veralgemening regeling derde betalende (RDB)
6. Toenemende administratiekosten voor de artsen
7. Geneesmiddelen: beleid inzake biosimilars
 

  1. Evidence based medicine en de niet-conventionele geneeswijzen
    Artsen worden, terecht, sterk gestimuleerd om, waar het mogelijk is in de geneeskunde, de principes van evidence based medicine toe te passen.
    Hoewel het KCE in 2011 drie rapporten publiceerde waarin wetenschappelijk werd aangetoond dat niet conventionele geneeswijzen geen of nauwelijks medisch nut hebben, heeft uittredend minister Onkelinx toch de homeopathie bij KB 26.03.2014 (BS 12.05.2014) laten erkennen. Hoewel homeopathie gelukkig nog niet specifiek wordt terugbetaald, kan het toch tot meeruitgaven leiden als patiënten er kansen op adequate diagnose en therapie door missen en pas reguliere zorg krijgen op het moment dat er (vermijdbare) verwikkelingen zijn opgetreden.
    Er zijn plannen om ook osteopathie en chiropraxie te erkennen. De beoefenaars ervan eisen het recht op om radiologie, NMR en andere klinische onderzoekingen voor te schrijven. Dit lijkt ons zowel medisch als budgettair onverantwoord, zeker nu de artsen grote inspanningen leveren om het gebruik van ioniserende stralen naar beneden te brengen in België en er in slagen om de uitgaven medische beeldvorming en klinische biologie onder controle te houden.
    Er is maar één echte oplossing om de recurrente problemen op te lossen die door de “Wet Colla” (Wet van 29.04.1999 betreffende de niet-conventionele praktijken inzake de geneeskunde, de artsenijbereidkunde, de kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen) gecreëerd werden, tot en met het betalen van dwangsommen in 2010 - 2012 voor +/- € 80.000 door de Belgische Staat aan de osteopaten: trek de wet Colla in.
  2. Regelgeving supplementen behouden
    De wetgeving werd recent gewijzigd zodat geen supplementen meer mogen aangerekend worden aan patiënten die verblijven in twee- of meerpersoonskamers. Deze wetswijzigingen werden, jammer genoeg zonder gevolg, door de BVAS, andere artsenverenigingen en individuele artsen aangevochten voor het Grondwettelijk Hof. Door dit verbod verliezen ziekenhuizen en artsen financiële middelen die nochtans nodig zijn om kwalitatief hoogstaande zorg te kunnen blijven verlenen, en om niet door de Staat gefinancierd personeel en apparatuur te betalen.
    Inmiddels hebben CD&V parlementsleden wetsvoorstellen ingediend (14 juli 2014, DOC 54 0058/001 en DOC 54 0062/001) die de supplementenregeling in ziekenhuizen nogmaals willen aanpakken, terwijl vandaag al 4 op 10 ziekenhuizen in de rode cijfers zitten. Deze maatregel zou alleen gunstig zijn voor sommige verzekeraars. De private verzekeraars zijn, zoals de BVAS, voorstander om niet te raken aan het bestaande systeem.
    Nog bijkomende restricties op de supplementenregeling voor artsenhonoraria, in casu op eenpersoonskamers in ziekenhuizen, zijn voor de BVAS onaanvaardbaar. Als grootste artsensyndicaat (55,2% van alle uitgebrachte stemmen bij de medische verkiezingen van juni 2014, en 80,6 % van de stemmen bij artsen–specialisten) zal de BVAS zich met alle mogelijke middelen verzetten indien dergelijke maatregelen zouden worden getroffen. We gaan er van uit dat in dergelijke situatie ook de ziekenhuisorganisaties en de vakbonden van het ziekenhuispersoneel in het verzet zouden gaan.
  3. Financiering van de ziekenhuizen
    Het KCE bereidt een rapport voor in verband met de financiering van de gezondheidszorg en van de ziekenhuizen in het bijzonder. Op 26.06.2014 werd aan vertegenwoordigers van de BVAS en aan tal van andere stakeholders een voorontwerp van rapport voorgesteld. Wij hebben een reeks tegenkantingen opgeworpen omdat we vrezen dat een aantal van de voorstellen er zal toe leiden dat het kind met het badwater zal worden weggegooid. Internationale literatuurstudie toont immers aan dat andere gezondheidszorgsystemen nooit dezelfde performantie en de toegankelijkheid bieden als de bestaande Belgische werkwijze. Maar de BVAS is natuurlijk bereid om mee te zoeken naar een nog efficiëntere en nog hoogstaander kwalitatieve aanpak. De plannen om sommige moeilijk te behandelen kankers te concentreren in slechts enkele instellingen, moeten met de nodige voorzichtigheid worden bekeken. Het kan toch niet de bedoeling zijn om wachtlijsten te creëren zoals in sommige van onze Europese buurlanden.
    Op voorwaarde dat niet aan de bestaande regelgeving inzake de supplementen wordt geraakt en op voorwaarde dat het om een budgetneutrale verandering gaat, is de BVAS bereid om een concreet voorstel uit te werken en te ondersteunen waarbij prospectief voor enkele welomschreven, vlot standaardiseerbare chirurgische ingrepen een prospectieve financiering door de Nationale Commissie Artsen – Ziekenfondsen zou kunnen worden uitgewerkt. In deze situatie moet het duidelijk zijn dat ziekenhuizen geen afdrachten aan artsen kunnen vragen.
  4. Herziening reglementering liquidatiebonus
    Verschillende partijen die vandaag deelnemen aan de regeringsonderhandelingen hebben zich recent gekant tegen de gewijzigde regelgeving inzake de liquidatiebonus. Sommigen onder hen hebben in de aanloop tot de verkiezingen beloftes gedaan om deze regelgeving te herzien.
    U weet ongetwijfeld dat er door verschillende professionele organisaties, die vele duizenden zelfstandigen vertegenwoordigen, niet in het minst zeer vele artsen en tandartsen, verzoekschriften werden ingediend bij het Grondwettelijk Hof om deze regelgeving te vernietigen.
    N-VA was, vanaf de bekendmaking van de verhoging van 10 naar 25 % roerende voorheffing op de liquidatiebonus, een felle tegenstander van deze verhoging. N-VA heeft ook zelf een verzoekschrift tot vernietiging ingediend bij het Grondwettelijk Hof tegen deze wet.
    De BVAS verzoekt u bij deze uitdrukkelijk om de herziening van de belasting op liquidatieboni op te nemen in het toekomstige regeerakkoord.

  5. Veralgemening regeling derde betalende (RDB)
    De uittredende regering besliste de veralgemeende regeling derde betalende te verplichten vanaf 1 januari 2015, niet alleen voor rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming, maar ook voor alle chronische patiënten (ingevoegd door artikel 18 van de wet van 27.12.2012 in art. 53 van de ZIV-wet).
    De BVAS is van oordeel dat dit tot een oncontroleerbare kostenexplosie zal leiden. Dit systeem zal bovendien leiden tot belangrijke bijkomende administratieve lasten voor de artsen, en tot vertraagde betaling ten gevolge van uitgestelde terugbetalingen door de mutualiteiten. Het is trouwens niet logisch dat artsen van de RDB gebruik moeten maken bij de behandeling van chronische patiënten die beschikken over een doorsnee of hoog inkomen.
    De BVAS en tal van andere verenigingen zijn tegen de verplichting van het gebruik van de RDB en we dringen derhalve aan dat die wetgeving wordt teruggeschroefd.  Uiteraard zijn we akkoord de RDB te gebruiken voor patiënten die deze betalingsvorm nodig hebben om de nodige zorg te kunnen verkrijgen.

  6. Toenemende administratiekosten voor de artsen
    Door de artikelen 92 tot 97 van de Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid van 10 april 2014 (BS 30.04.2014) werden voor de artsen een reeks extra administratieve verplichtingen ingevoerd. Deze abundante bijkomende administratieve verplichtingen vragen de inzet van extra personeel door de zorgverstrekkers en de ziekenhuizen. De registratie van al deze gegevens, veel meer dan de EU richtlijn 2011/24EU van 09.03.2011 oplegt, komt vooral ten goede van de verzekeringsinstellingen.
    De BVAS vraagt ofwel om de uitvoeringsbesluiten van de wet van 30.04.2014 strikt te beperken tot wat de EU-richtlijn vraagt, ofwel om de bijkomende administratieve lasten voor de artsen te financieren. Vermits de overheveling van deze administratieve taken naar de artsen een belangrijke ontlasting betekent voor de administratie van de mutualiteiten, lijkt het ons billijk en economisch verantwoord de financiering van die extra administratiekosten voor de zorgverstrekkers te zoeken in de administratiekosten van de verzekeringsinstellingen.

  7. Geneesmiddelen: beleid inzake biosimilars

    Artsen aanvaarden niet dat hun therapeutische vrijheid wordt aangetast. Ook niet wanneer het gaat om het voorschrijven van biologische geneesmiddelen. Zoals het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) aangeeft kunnen twee onafhankelijk ontwikkelde productieprocessen voor eenzelfde biologisch geneesmiddel leiden tot gelijkwaardige, maar nooit tot identieke geneesmiddelen.
    Artsen willen derhalve niet onder druk te worden gezet bij het voorschrijven van behandelingen van doorgaans zeer ernstig zieke patiënten met biologische geneesmiddelen. De BVAS aanvaardt niet dat artsen verplicht zouden worden om voor dergelijke fragiele patiënten altijd biosimilars voor te schrijven. De risico’s op onvermoede nevenwerkingen zijn te groot. Eventuele iatrogene schade bij de patiënt als gevolg van een wettelijke verplichting om andere medicijnen voor te schrijven dan degene die de arts zelf wou voorschrijven, zou zich juridisch tegen de wetgever kunnen keren.
    De BVAS vraagt de vrijheid van voorschrift te respecteren, ook bij biologische geneesmiddelen. Deze visie wordt trouwens ondersteund door het FAGG dat substitutie van originele biologische geneesmiddelen door biosimilars verbiedt. Artsen zullen bij voorkeur in prijs verlaagde originele biologische geneesmiddelen hanteren als die voorhanden zijn. Een verplichting opleggen om biosimilars voor te schrijven om het loutere feit dat het biosimilars zijn is volledig tegenaangewezen, des te meer wanneer het originele biologische geneesmiddel goedkoper is dan de biosimilar.

 

De BVAS houdt zich ter beschikking om deze zeven belangrijke punten en ook andere elementen uit de gezondheidszorg verder in detail met U of uw medewerkers te bespreken.

Wij wensen u veel succes bij de formatie en verblijven inmiddels, met de meeste hoogachting,

 

Dr. Marc Moens, ondervoorzitter BVAS

Dr. Roland Lemye, voorzitter BVAS

Over BVAS

Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.

De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.

Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.