Bijna negen op tien artsen voorstander van multidisciplinariteit
De BVAS en Artsenkrant bevroegen de artsen in oktober over multidisciplinariteit, het delegeren van taken en samenwerking met andere zorgverstrekkers. Niet minder dan 655 artsen namen deel aan de enquête.
Brussel, 15 november 2019
Artsen zijn niet (meer) bang van multidisciplinariteit. Zowat twee derde (63%) van de bevraagde artsen meent dat het ‘nuttig’ is en 25% dat het ‘haalbaar’ is. Slechts 5% van de respondenten vindt multidisciplinariteit ‘nutteloos’ en 7% zelfs ‘gevaarlijk’. Nederlandstaligen staan iets meer open voor samenwerking dan hun Franstalige collega’s. Klik op de link onderaan om de grafieken te bekijken.
Artsen hebben vaker contact met verpleegkundigen dan met apothekers of kinesitherapeuten. De frequentie van de samenwerking met verpleegkundigen wordt door 75% van de artsen als ‘regelmatig’ omschreven, samenwerking met kinesitherapeuten en apothekers als ‘occasioneel’.
Wanneer artsen samenwerken met andere zorgverstrekkers dan doen ze dat regelmatig – in afnemende volgorde – in de vorm van telefonische communicatie, geschreven communicatie en elektronische communicatie om een taak te delegeren, voor een overlegvergadering of een virtuele vergadering. Van virtuele vergaderingen is nog geen sprake maar 18% van de respondenten meent dat er werk van gemaakt moet worden. Hetzelfde geldt voor het delegeren van taken, iets wat 11% van de artsen wel ziet zitten.
Taken delegeren, ja maar…
Maar wat denken artsen over het delegeren van taken die gewoonlijk door de huisarts worden verricht aan een andere gezondheidszorgbeoefenaar? Zes op de tien (61%) van de artsen zegt dat het ‘onvermijdelijk’ is (18%) en nuttig (43%). Maar volgens een op de drie artsen (28%) is het gevaarlijk. Nederlandstalige artsen staan in het algemeen meer open voor deze evolutie naar taakdelegatie dan Franstalige artsen Nederlandstalige artsen.
Welke taken kunnen volgens de artsen gedelegeerd worden? Op de eerste plaats komt biometrie (bloeddruk, hartslag, gewicht, lengte,…), gevolgd door preventie (dieetadviezen, roken, fysieke activiteit, controle vaccinatieschema) en technische onderzoeken (ECG, spirometrie) zonder protocol.
De respondenten op onze enquête staan afwijzend tegen het delegeren van taken zoals het voorschrijven van voorschriftplichtige geneesmiddelen (95% is er tegen). Maar een meerderheid is ook gekant tegen taakdelegatie als het gaat om het aanpassen van de dosering van chronische medicatie (94% is tegen), de aanpassing van het insulineschema (77% is tegen), het toedienen van vaccins (64% is tegen) en de opsporing van colorectale kanker en borstkanker (61% is tegen).
Ook hier is er een verschil tussen Nederlandstalige en Franstalige artsen. Franstalige artsen zijn vaker dan hun Nederlandse collega’s tegen het delegeren van vaccinatie. Omgekeerd zijn Nederlandstalige respondenten iets meer terughoudend dan hun Franstalige collega’s wat het voorschrijven van voorschriftplichtige geneesmiddelen betreft (96 versus 94%) en het aanpassen van de dosering van chronische medicatie (95% versus 89%).
Positief tegenover praktijkassistentie
In het algemeen staan artsen positief tegenover praktijkassistentie. Voor 12% is het onvermijdelijk en voor 58% nuttig. Niet meer dan 8% vindt het ‘nutteloos’ en zelfs ‘gevaarlijk’.
Welke taken zouden artsen delegeren aan praktijkassistenten die onder hun supervisie werken? Biometrie (93%), technische onderzoeken (84%), controle van het vaccinatieschema (81%) en preventie. De meningen zijn verdeeld over de opsporing van colorectale kanker en borstkanker (50% voor versus 50% tegen) en het toedienen van vaccins (49% versus 51%).
Van delegeren kan daarentegen geen sprake zijn als het gaat om het aanpassen van de dosering van chronische medicatie (91% is tegen), het voorschrijven van voorschriftplichtige geneesmiddelen (89% is tegen), beperkte diagnostiek (85% is tegen) en het aanpassen van het insulineschema (79% is tegen).
Artsen versus apothekers
Het is de laatste tijd vaak in het nieuws geweest: apothekers die zich op het terrein van de artsen willen begeven. Maar hoe denken de Belgische artsen erover? Onze enquête over multidisciplinariteit peilde ernaar.
Zo vindt ruim de helft van de artsen (56%) het ‘gevaarlijk’ om apothekers toe te staan terugbetaalde behandelingen zonder voorschrift te hernieuwen.
De vraag of apothekers terugbetaalde behandelingen zonder voorschrift mogen opstarten, stuit op nog grotere weerstand. Acht op de tien artsen (79%) menen dat dit ‘gevaarlijk’ is en 9% ziet er het nut niet van in.
Apothekers die vaccins zouden willen toedienen, is nog zo’n hot item. Voor 81% is het een brug te ver: 63% vindt het ‘gevaarlijk’ en voor 18% is het ‘nutteloos’.
Bron: Artsenkrant en BVAS
Klik HIER om de grafieken te bekijken
Over BVAS
Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.
De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.
Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.