Begroting 2013: alleen artsen verliezen (stuk van) hun index

21 november 2012

In tegenstelling tot wat de regeringsverklaring van gisteren over de begrotingsopmaak voor 2013 laat vermoeden, is er een beroepsgroep die moet inleveren op de index, de artsen, opnieuw.
 
Op dit moment zijn enkel de grote lijnen van het budget 2013 voor de gezondheidszorg en ziekteverzekering bekend. Wat daarbij onmiddellijk opvalt, is dat de mutualiteiten de besparingsdans gracieus ontspringen. Aan het jaarlijkse werkingsbudget van ruim 1,1 miljard euro van de mutualiteiten wordt niet geraakt, de administratieve diensten van het RIZIV daarentegen moeten wel inleveren.
 
Voor de BVAS blijven de besparingen die in het kader van de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen moeten worden genomen, ondergeschikt aan de beslissingen die de regering en het parlement nemen met betrekking tot het wetsvoorstel voor het verbod op de supplementen in twee- en meerpersoonskamers en de verplichte regeling sociaal derde betalende.
 
De BVAS stelt vast dat er wel degelijk een beroepsgroep is die moet inleveren op de index, namelijk de artsen. Hoe dat moet gebeuren

In tegenstelling tot wat de regeringsverklaring van gisteren over de begrotingsopmaak voor 2013 laat vermoeden, is er een beroepsgroep die moet inleveren op de index, de artsen, opnieuw.

 

Op dit moment zijn enkel de grote lijnen van het budget 2013 voor de gezondheidszorg en ziekteverzekering bekend. Wat daarbij onmiddellijk opvalt, is dat de mutualiteiten de besparingsdans gracieus ontspringen. Aan het jaarlijkse werkingsbudget van ruim 1,1 miljard euro van de mutualiteiten wordt niet geraakt, de administratieve diensten van het RIZIV daarentegen moeten wel inleveren.

 

Voor de BVAS blijven de besparingen die in het kader van de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen moeten worden genomen, ondergeschikt aan de beslissingen die de regering en het parlement nemen met betrekking tot het wetsvoorstel voor het verbod op de supplementen in twee- en meerpersoonskamers en de verplichte regeling sociaal derde betalende.

 

De BVAS stelt vast dat er wel degelijk een beroepsgroep is die moet inleveren op de index, namelijk de artsen. Hoe dat moet gebeuren laat de minister over aan de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen. Wordt het weer divide ut imperes? Huisartsen tegen specialisten? Sommige artsen een volledige index en andere geen of slechts een gedeeltelijke index zoals in het lopende akkoord 2012? Huisartsen zien hun telematicapremie halveren en over de beloofde acht miljoen euro voor de huisartswachtposten rept de begroting met geen woord. Betekent dit de facto dat die acht miljoen euro er niet komt, dat de bestaande wachtposten in de problemen komen en dat de geplande er niet komen?

 

Tot slot betreurt de BVAS de beslissing om - opnieuw - de radiologen zware budgettaire besparingen op te leggen. Niet alleen wil ze een deel van hun index aanslaan, maar bovendien liefst 20 miljoen euro bijkomend besparen. De BVAS kan niet anders besluiten dan dat dit weinig te maken heeft met de zorg om de bevolking minder aan stralingsbelasting bloot te stellen, maar een zoete weerwraak is van de regering omdat de initiële besparingsronde voor 2012 van 47 miljoen euro voor de radiologen door de BVAS naar 30,5 miljoen euro werd gereduceerd.

 

Zowel het wettelijke als het budgettaire kader maken het starten van een onderhandeling over  een akkoord artsen-ziekenfondsen 2013-2014 quasi onmogelijk. 

 

Dr. Marc Moens, voorzitter BVAS

 

Voor meer informatie over dit persbericht:

David Desmet, communicatieverantwoordelijke BVAS, attaché van de voorzitter

david.desmet@absym-bvas.be, 0491/233.000

Over BVAS

Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.

De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.

Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.