Artsen in opleiding kunnen rekenen op BVAS

20 januari 2022

De artsen in opleiding kunnen rekenen op de steun van BVAS voor een degelijke pensioenopbouw, een werkloosheidsuitkering en andere sociale voordelen. Bij de splitsing van de functie van opleider (stagemeester) en werkgever maakt BVAS een voorbehoud. Het is niet de bedoeling dat de universiteiten opnieuw alles naar zich toe trekken en de artsensyndicaten buitenspel zetten.

Image
HAIO's en ASO's kunnen rekenen op onze steun voor een degelijke pensioenopbouw, werkloosheidsvergoeding en andere sociale voordelen.

De Vlaamse vereniging voor artsen-specialisten in opleiding (VASO) en het HAIO Overlegplatform (HOP) formuleerden hun eisen voor een volledige sociale bescherming binnen het statuut van artsen in opleiding in een open brief op hun beide websites. Ook het nog vrij nieuwe DeMeFF (Délégation des Médecins Francophones en Formation) schaarde zich inmiddels achter de inhoud.

Aanleiding is het wetsvoorstel van de drie voormalige ministers Maggie De Block (open VLD), Nathalie Muylle (CD&V) en Daniel Bacquelaine (MR) dat dinsdag voorlag in de Kamercommissie Sociale Zaken. Omdat niet alle adviezen tijdig klaar waren - onder andere het advies van minister van Pensioenen Karine Lalieux (PS) ontbrak - werd de bespreking uitgesteld.

Op het vlak van de arbeidsvoorwaarden werden recent grote stappen gezet. Voor HAIO’s zijn al langer uniforme arbeidsvoorwaarden vastgelegd. Vorig jaar werd ook een akkoord bereikt over minimale arbeidsvoorwaarden voor ASO’s, met onder meer een verplichte registratie van de arbeidstijd. BVAS had een grote inbreng in deze doorbraak en noemde het bereikte akkoord een historische stap naar erkenning van het moeilijke werk van de artsen-specialisten in opleiding in de ziekenhuizen.

De open brief van VASO en HOP, met steun van DeMeFF, focust vooral op sociale bescherming, de tweede fase in de verbetering van het sui generis statuut waarbij deze jonge artsen noch werknemers noch zelfstandigen zijn. BVAS schaart zich achter de eis om de gewerkte jaren als ASO en HAIO mee te tellen in de berekening van de pensioenleeftijd. BVAS vraagt dit trouwens al langer. Ook voorstellen voor een degelijke pensioenopbouw via de eerste of tweede pijler krijgen onze steun.

BVAS dringt al geruime tijd aan op een werkloosheidsvergoeding of een inschakelingsuitkering voor pas erkende artsen, en dan vooral artsen-specialisten, die geen werk vinden nadat ze hun opleiding voltooid hebben. We werden al geconfronteerd met schrijnende situaties bij onze leden. Het is hoog tijd om de discriminatie van artsen tegenover andere vrije beroepen, die tijdens hun stage het statuut van zelfstandige of werknemer hebben, ongedaan te maken.

De verwachte toename van artsen zonder werkaanbieding in bepaalde disciplines is op zijn minst de gedeelde verantwoordelijkheid van de universiteiten die zich hij het invullen van het planningsaanbod niet laten leiden door de noden van de bevolking maar door de eigen nood aan goedkope werkkrachten in de universitaire ziekenhuizen.

BVAS maakt voorbehoud bij de splitsing van de functies van opleider (stagemeester) en werkgever. Voor de huisartsen is de opleiding via de vzw SUI volledig in handen van de universiteiten gevallen, ten koste van de artsensyndicaten die er volledig gemarginaliseerd werden. Een gelijkaardig scenario met een SUI voor ASO’s zou de artsensyndicaten ook voor de opleiding van de artsen-specialisten volledig buitenspel zetten. Nochtans bestaan er ook in de universitaire ziekenhuizen misbruiken waartegen syndicale actie nodig kan zijn.

BVAS houdt zich ter beschikking van alle artsen, zowel stagemeesters als HAIO’s en ASO‘s, die continu willen meewerken aan de verbetering van het statuut van de artsen in opleiding.

Dr. Luc Herry, voorzitter BVAS

Dr. Marc Moens, voorzitter VAS

 

 

Over BVAS

Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.

De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.

Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.