Artsen in de eerste plaats betaald voor kwaliteitsvol werk. Forfaitaire honoraria blijven aanvullend

19 december 2017

De onderhandelingen voor het afsluiten van een nieuw akkoord artsen-ziekenfondsen verliepen moeizaam. BVAS is tevreden met het eindresultaat dat vorige nacht om 03u00 werd bekomen. 

 

Image

Vorige nacht om 3 uur is een nieuw akkoord artsen-ziekenfondsen afgesloten voor een periode van twee jaar. De artsen krijgen in 2018 een budget van 8,44 miljard euro voor hun honoraria toegewezen. Voor nierdialyse wordt 159,356 miljoen uitgetrokken. De enveloppes voor klinische biologie en medische beeldvorming werden vastgesteld op respectievelijk 1,359 miljard en 1,288 miljard.

Indexering: vooral voor intellectuele akten

Na de door de regering opgelegde besparing en de verrekening van gereserveerde bedragen blijft in 2018 een indexmassa van 119,891 miljoen te verdelen. BVAS is verheugd over het feit dat de artsen niet verder moeten inleveren op de index en dat vooral de intellectuele prestaties geïndexeerd worden. Voor de raadplegingen van huisartsen en specialisten wordt de volledige index van 1,68% toegekend. Huisartsen mogen vanaf 1 januari 25,42 euro aanrekenen voor een consultatie.

Door verschuivingen in de indexering kon een minimum indexering worden bekomen van 1,25% voor de sectoren klinische biologie en medische beeldvorming. Dat is  iets meer dan de 1,22 % bij vlakke indexering voor alle disciplines. Sommigen wilden deze sectoren helemaal niet indexeren. Voor het eerst worden de voorschrijvers mee geresponsabiliseerd zodat het volume van de prestaties beter onder controle kan worden gehouden. Enkele te snel stijgende prestaties (genetische onderzoeken) of prestaties waar inhoudelijk moet aan gewerkt worden (globaal medische dossier, geïntegreerde praktijkpremie) kregen geen indexering.

Ziekenhuizen en ereloonsupplementen:

BVAS is tevreden dat de vraag naar strategische en operationele betrokkenheid bij de governance van de toekomstige ziekenhuisnetwerken in het akkoord wordt onderschreven door zowel de mutualiteiten als door alle artsen.

Op vraag van de BVAS wordt een standstill voor de ereloonsupplementen afgesproken. Het principe van de supplementen blijft overeind, in het besef dat ze ook voor de ziekenhuizen noodzakelijk zijn, gezien hun onderfinanciering.  Omdat transparantie voor de BVAS van het grootste belang is, hebben we gevraagd en bekomen dat over de ereloonsupplementen transparant moet worden gecommuniceerd, zowel door de artsen als door de ziekenhuizen. De BVAS gaat met de ziekenhuizen rond de tafel om dit verder uit te werken.

Wachtposten via het oproepnummer 1733

Op vraag van onze Franstalige huisartsen werd in het akkoord vastgelegd dat het oproepsysteem 1733 volledig wordt uitgerold in 2018. Het eenvormige oproepnummer 1733 behandelt de oproepen voor de wachtdienst. Dat betekent ook dat de telefonische toegang tot de wachtposten via 1733 zal gebeuren.

Betere ondersteuning voor informatisering

De medicomut en de overheid engageren zich om de verdere informatisering van de artsen beter te ondersteunen. De overheid kan meer druk zetten op de softwarehuizen om tot een correct servicemanagement te komen. Het nieuwe akkoord moet niet alleen leiden tot een betere ondersteuning en helpdeskfuncties. Ook de optimalisering van de continuïteit en beschikbaarheid van het systeem staan als actiepunt ingeschreven.

Er is nog veel werk aan de winkel met dit nieuwe akkoord. De BVAS zal zich volop inzetten om te waken over de correcte uitvoering ervan.

Dr. Marc Moens, voorzitter BVAS

Klik HIER om de tekst van het akkoord 2018-2019 te raadplegen

 

Over BVAS

Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.

De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.

Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.