Alle artsen salariëren zoals Ri De Ridder? Minstens 4 miljard duurder voor de staat!
De uitspraken van Ri De Ridder zijn een sterk staaltje van populistische demagogie. “Een artsenloon van 10.000 euro netto? Simpelweg onbetaalbaar,” zegt hij. Volgens de voormalige directeur-generaal van het RIZIV moet de samenleving zich dringend bezinnen over wat een redelijk loon is voor artsen. Hij voegt eraan toe: “Als topambtenaar verdiende ik 5.500 euro netto per maand. Ik vind dat heel behoorlijk voor een job die meer is dan een 9 tot 5!”
Als de overheid alle artsen even “behoorlijk” als De Ridder zou salariëren, dan zou het budget voor de ziekteverzekering binnen de kortste keren exploderen. Een eenvoudige berekening toont dat aan.
Een nettosalaris van 5.500 euro netto komt overeen met een brutosalaris van 11.642 euro per maand, hetzij 139.704 euro bruto per jaar. Reken daar nog de werkgeversbijdrage van 33% bij (46.102,32 euro), het dubbele vakantiegeld (10.710,64 euro) en de wettelijke verzekering (2.256,22 euro) en je komt uit op een totale jaarlijkse kost voor de werkgever van 198.773,18 euro.
Vermenigvuldig die totale kostprijs met 50.580, het aantal door het RIZIV als actief geregistreerde artsen, en het budget voor de ‘artsenlonen’ komt uit op 10.053.947.444,4 euro. Vergelijk dat met het huidige budget voor de artsenhonoraria dat 8.588.807.000 euro bedraagt. Het door Ri De Ridder gepropageerde systeem met gesalarieerde artsen zou de staat opzadelen met een meerkost van 1.465.140.444,4 euro.
Maar dat is niet alles. In het huidige budget voor de artsenhonoraria zijn ook de kosten en salarissen voor personeel inbegrepen die de artsen voor hun rekening nemen. We gaan uit van de voorzichtige hypothese dat alle artsen samen 30% van hun honoraria, hetzij 2.576.642.100 euro, afstaan om hun beroepskosten en de salarissen van hun personeel te betalen. In een forfaitair systeem met gesalarieerde artsen moet de overheid ook die kosten voor haar rekening nemen.
Conclusie: samengeteld met de meerkost voor de artsensalarissen, loopt het budget dat de overheid extra zou moeten uittrekken om alle artsen te salariëren zoals De Ridder op tot het astronomische bedrag van 4.041.782.544,4 euro.
De BVAS spreekt zich niet uit over wat een arts mag verdienen. Ook al werkt hij verplicht gedeeltelijk met overheidsgeld, hij blijft de beoefenaar van een vrij beroep. Als hij zijn geneeskunde op een toegankelijke en kwaliteitsvolle aanbiedt aan de bevolking, beslist hij zelf over zijn inkomen en over het aantal uren dat hij beroepsactief is.
Het is duidelijk dat op vele fronten tegelijk een georkestreerde campagne tegen de prestatiegeneeskunde en de arts als vrije beroeper aan de gang is. BVAS is het enige artsensyndicaat dat consequent weerstand biedt tegen de dreigende staatsgeneeskunde. De artsen weten dus op wie ze kunnen rekenen.
Dr. Bart Dehaes en Dr. Luc Herry
Ondervoorzitters BVAS
Over BVAS
Wij staan voor een vrije geneeskunde met een betaalmodel waarin de vergoeding per prestatie de hoofdmoot blijft, aangevuld met forfaits. In de huisartsgeneeskunde bvb. verdedigen we alle praktijkvormen en niet alleen de multidisciplinaire groepspraktijken zoals de concurrenten.
De solowerkende huisarts heeft zijn plaats en moet niet verdrongen worden.
Wat specialisten betreft verdedigen we ook de vrijgevestigde (extramurale) specialisten die in een praktijk buiten het ziekenhuis werken.